HRW: Israël schendt oorlogsrecht

De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zegt na onderzoek van bombardementen op de Gazastrook dat Israël met aanvallen op burgers en huizen het oorlogsrecht schendt. Bombardementen die niet gericht zijn op militaire doelen moeten onmiddellijk beëindigd worden, vindt de mensenrechtenorganisatie. HRW beschouwt dergelijke aanvallen als een collectieve bestraffing van de bevolking in de Gazastrook.

Human Rights Watch onderzocht vier Israëlische aanvallen sinds het offensief tegen Hamas op 7 juli begon. In totaal kwamen bij het offensief tot gisteren 178 Palestijnen om het leven, van wie 138 burgers. Dat is bijna 80 procent van het totaal. 1250 huizen werden verwoest en 7500 mensen sloegen op de vlucht.

Midden-Oostendirecteur Sarah Leah Whitson van HRW spreekt tegen dat Israël precisie-aanvallen op de Gazastrook uitvoert. Het recente onderzoek toont juist aan dat Israëlische luchtaanvallen onder de burgerbevolking een hoge tol eisen.

Tegelijkertijd zegt HRW dat Hamas moet stoppen met het ongericht bestoken van Israëlische steden en dorpen. Het rapport kwam uit voor de eerste Israëlische dode viel.

Café

Bij de vier luchtaanvallen die HRW aan een nader onderzoek onderwierp, viel een hoog aantal burgerslachtoffers. Daarbij werd geen militair doel aangevallen en als dat al het geval was, was het aantal burgerslachtoffers onevenredig groot.

Zo werd op 11 juli een café gebombardeerd waren mensen naar Nederland-Brazilië zaten te kijken, met negen doden als gevolg. Volgens Israël was een terrorist het doelwit, maar het bewijs daarvoor kan niet aan HRW getoond worden.

Een dag later vielen bij een aanval op het vluchtelingenkamp Khan Yunis acht doden. Een van hen was een 20-jarige Hamasstrijder.

Waarschuwingen die voorafgaan aan een bombardement komen volgens de plaatselijke bevolking vaak pas heel laat. Mensen hebben dan nauwelijks de tijd een goed heenkomen te zoeken.