NOS WielrennenAangepast

Eerste Tourweek voor waaghalzen

Het wordt weer wringen en dringen op het Tourparcours van de eerste week, maar het peloton haalt de schouders op en gaat over tot de orde van de dag. Wie succes wil hebben, moet wat wagen. Dat is een van de ongeschreven wetten in dit rijdende gekkenhuis. Net wat later remmen dan een ander, nog wat scherper een bocht aansnijden, en altijd zorgen dat je vooraan fietst wanneer de zoveelste wegversmalling zich aandient. En dat geldt zeker voor Yorkshire, het strijdtoneel van de ouverture van de 101e Tour.

"Draaien en keren, slingeren als nooit tevoren, ik heb er zin in", zo zegt Tom Veelers, namens Giant-Shimano de sprintvoorbereider in dienst van Marcel Kittel. "Het is op veel plaatsen nogal nauw, dat wordt dus oppassen. Maar gevaarlijk? Ach, dat valt toch mee? Je moet gewoon zorgen dat je uit de ellende blijft", klinkt het luchtig.

Hectische situaties

Waar Veelers als geroutineerd piloot voor hectische situaties geen angst lijkt te hebben, is iemand als Johan Vansummeren (Garmin-Sharp) nu al meer op zijn hoede. "Heb je gezien hoeveel bochten, en dan vooral erg haakse, er in dit parcours zitten? We weten allemaal hoeveel moeite de meeste coureurs doorgaans in de eerste dagen van de Tour hebben om hun hersens te gebruiken. Die vliegen er blind in. Ik vrees dat er her en der wel wat sleutelbenen gaan breken", meent de lange Belg.

Toen ploegleider Rudie Kemna in april polshoogte ging nemen in Engeland, concludeerde hij na de verkenning dat het typische coulissenlandschap van Yorkshire de karavaan de nodige hoofdbrekens kan bezorgen. "Die muurtjes aan weerszijden van de weg zullen echte obstakels zijn. Denk je eens in: er is een valpartij voorin het peloton, ploegleiders worden via de radio ingelicht over de slachtoffers, maar geen mens kan op de plek van de crash komen. Onze mecaniciens moeten een goede conditie hebben, want het zal veel hardlopen worden."

Overweldigend

Er is ook nog een niet te onderschatten factor als publiek. Het recente bezoek van de Tour aan Engeland (2010) leerde dat de belangstelling voor het wielrennen overweldigend is. "De vraag is waar de toeschouwers gaan staan", merkt Merijn Zeeman van Belkin op.

"Vanuit de organisatie hoor ik geluiden dat men op de muurtjes klimt of erachter blijft. De bevolking is hier gedisciplineerder dan bij ons in Nederland. Als je tegen een Brit zegt dat hij niet op de weg mag staan, doet-ie dat niet. Laten we eerst afwachten om te zien of dat ook zo is."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl