Uitvinder kevlar wilde levens redden

Stephanie Kwolek was helemaal niet op zoek naar een supervezel. Ze probeerde een stof te maken om autobanden mee te verstevigen. Bij toeval stuitte de Amerikaanse op kevlar, een supersterke vezel die wordt gebruikt in kogelwerende vesten. Gisteren werd bekend dat ze op 90-jarige leeftijd is overleden in een ziekenhuis in de Amerikaanse staat Delaware. Ze ontdekte Kevlar in 1965, toen ze voor het chemieconcern DuPont werkte.

"Ik wist dat ik iets bijzonders had ontdekt", vertelde Kwolek in een interview enkele jaren geleden. "Ik riep geen 'Eureka' maar ik was erg opgewonden. We waren op zoek naar iets nieuws, en dit was het."

Sterker dan staal

Pas toen ze na grondig testen overtuigd was van de bijzondere eigenschappen van de vezel, bracht ze het management van DuPont op de hoogte van haar ontdekking. "Ik wilde zeker zijn dat ik niet voor schut zou staan."

Het bedrijf zette meteen een hele divisie op de nieuwe vondst, en al snel kreeg kevlar talloze toepassingen. De vezel, vijf keer sterker dan staal, is tegenwoordig terug te vinden in brandweerkleding, de romp van boten, glasvezelkabels, brandstofslangen, vliegtuigonderdelen, ski's en inderdaad ook in autobanden.

Levens gered

De belangrijkste toepassing voor Kwolek was het gebruik van kevlar in kogelwerende vesten en helmen. Hoewel de lichtgewicht supervezel niet ieder kaliber kogel kan tegenhouden, hebben talloze politieagenten en militairen baat gehad bij de kevlarvezels in hun vesten.

"Ik hoop dat ik levens heb gered", aldus Kwolek in 2007. "Er zijn maar weinig mensen die tijdens hun carrière de mogelijkheid hebben iets te doen dat de mensheid ten goede komt."