Schatvondst: "Drenthe had macht"
Een grote schatvondst in Drenthe wijst erop dat de provincie in de zesde eeuw veel belangrijker was dan tot nu toe gedacht. Het gaat om een schat van 47 gouden munten, de grootste vondst uit deze periode ooit in Nederland.
De schat is gevonden door twee mannen met een metaaldetector. De provincie wil niet zeggen waar dat was, uit angst dat er meer speurders zullen komen. De vondst is vanmiddag gepresenteerd door gedeputeerde Rein Munniksma.
De munten zijn geslagen op meerdere plekken door heel Europa, zoals Rome, Ravenna en Constantinopel, het huidige Istanbul. Samen wegen ze zo'n 200 gram.
Belangrijke politieke factor
Dat er zo'n enorm geldbedrag in omloop was, betekent volgens een betrokken archeoloog dat de Drenten een politieke factor van belang waren. Het merendeel van de munten is Byzantijns. Er zit ook een heel zeldzame bij, van de Merovingische koning Theodebert.
Het geld zou betaald kunnen zijn als diplomatieke betaling, waarschijnlijk een afkoopsom om de Drenten weg te houden bij de grenzen van het Merovingische Rijk. Dat rijk liep in die tijd van Zuid-Frankrijk tot aan de grote rivieren in Nederland.
Unieke vondst
Over de zesde eeuw in Nederland is weinig bekend. Er worden weinig archeologische vondsten uit deze periode gedaan, zeker in Drenthe. Vanaf 20 juni is de ontdekking voor het publiek te bewonderen in het Drents Museum.