Mbo-leerling vindt moeilijk stageplek

Mbo-leerlingen willen meer begeleiding bij het zoeken naar een stage voor een vervolgopleiding. Veel leerlingen hebben moeite met het vinden van een stageplek, blijkt uit de monitor van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), een tweejaarlijkse enquête onder mbo-leerlingen.

Over de begeleiding bij de keuze voor een vervolgstudie of bij de beroepskeuze is minder dan de helft positief en 21 procent ronduit negatief. JOB-voorzitter Michiel Steegers: "Een op de vijf leerlingen zegt geen vervolgopleiding te doen omdat hij of zij te weinig informatie heeft over de keuzemogelijkheden."

Vooral derdejaarsleerlingen zijn ontevreden. Volgens Steegers is dat een belangrijk aandachtspunt, omdat juist die groep op het punt staat een vervolgkeuze te maken.

Inspraak

Op veel scholen is de inspraak van leerlingen slecht of niet geregeld, vinden mbo-leerlingen. Inspraak van leerlingen op het mbo is sinds vier jaar verplicht.

Volgens de JOB zien veel scholen het organiseren van de inspraak vooral als een taak van de leerlingen."Van alle 68 scholen die meededen aan de enquête, hebben tien scholen een goedwerkende leerlingenraad", zegt Steegers.

Hoger cijfer

Ondanks de kritiek zijn mbo-leerlingen toch positiever over hun opleiding en school dan twee jaar geleden. Gemiddeld geven ze hun opleiding het rapportcijfer 7 en hun school een 6,5.

In 2012 kregen de scholen gemiddeld een 6,9 en de opleidingen gemiddeld een 6,4. De JOB-monitor is ingevuld door 255.000 leerlingen.

Kwaliteitseisen

De MBO Raad zegt de uitkomsten van de JOB-monitor zeer serieus te nemen. "We zijn blij met een 7 als rapportcijfer, maar we zijn nog lang niet tevreden", zegt een woordvoerder. "De klachten over de begeleiding bijvoorbeeld, bestaan al langer. De afgelopen jaren is daarom op veel scholen extra stage- en loopbaanbegeleiding gekomen."

De MBO Raad wijst er verder op dat er met het ministerie van Onderwijs kwaliteitsafspraken worden gemaakt voor mbo-scholen, onder meer over stages. "Scholen zullen daar door de minister op worden afgerekend", aldus de woordvoerder.