Herdenking kindertransport Vught
Op het buitenterrein van het herinneringscentrum Nationaal Kamp Vught zijn de twee kindertransporten van juni 1943 herdacht. Ongeveer 450 mensen waren bij de openbare herdenking.
Op 6 en 7 juni 1943 zijn bijna 1300 Joodse kinderen vanuit Vught op transport gezet naar Westerbork. Daarna gingen ze naar het vernietigingskamp Sobibor in Polen, waar ze vrijwel meteen in de gaskamers werden vermoord.
De meesten gingen met hun moeder op transport. Sommige kinderen waren nog maar een paar dagen oud. De oudsten waren 16.
Job Cohen
Oud-politicus en voormalig burgemeester van Amsterdam, Job Cohen hield een toespraak. Hij zei dat hij het betreurt dat mensen tegenwoordig weer in hokjes worden ingedeeld. "Ik was altijd Nederlander. Ja, ook joods maar net zoals anderen katholiek of protestants waren, niets bijzonders eigenlijk.''
Aan het eind van de plechtigheid hebben scholieren en bezoekers 71 witte ballonnen opgelaten. Die symboliseerden het aantal jaren dat is verstreken sinds de kindertransporten.
Jeugdboek
Fedor de Beer heeft over de gebeurtenissen in 1943 een jeugdboek geschreven, Het Kindertransport. Het boek is na afloop van de herdenking gepresenteerd in het herinneringscentrum.
Tentoonstelling Verzetsmuseum
In het Verzetsmuseum in Amsterdam is een tentoonstelling geopend over de kindertransporten, Alle kinderen, ze zijn weg. Op de expositie is een wand met de namen van de 1269 weggevoerde kinderen. Bij 160 kinderen is de naam voorzien van een foto. Het Verzetsmuseum hoopt door de expositie foto's van meer kinderen te verzamelen, die aan de expositie worden toegevoegd.
Van sommige kinderen zijn brieven, kaarten of speelgoed terechtgekomen bij familie en buren. Daarvan zijn ook voorbeelden te zien op de tentoonstelling.
'Kinderkamp'
Kamp Vught was een van de drie concentratiekampen in Nederland. Het was het enige dat onder bewind stond van de SS, een paramilitaire organisatie binnen de nazipartij.
Het SS-concentratiekamp Vught werd in januari 1943 in bedrijf genomen. Het drinkwater was er vervuild en er was te weinig voedsel. In de barakken van de Joodse kinderen heersten besmettelijke ziekten.
Begin juni 1943 moesten alle Joodse kinderen onder de 16 opeens weg uit het kamp. Door de leiding werd gezegd dat ze naar een kinderkamp in de buurt zouden gaan. Maar de treinen gingen naar het doorgangskamp Westerbork en vervolgens naar Sobibor in Polen.