"Waarom in godsnaam zo'n auto?!"
"Ik kan dat nog steeds niet begrijpen. Waarom ga je in godsnaam in een Maserati rijden als je een bedrijf met een sociale doelstelling hebt?!", verzucht oud-topambtenaar Arnold Moerkamp tijdens zijn verhoor in de parlementaire enquête Woningcorporaties. Hij verwijst naar de luxe dienstauto van oud-Rochdale-directeur Möllenkamp.
Moerkamp was directeur op het ministerie van VROM en een van de bedenkers van de verzelfstandiging van de corporaties. De enquêtecommissie probeert te achterhalen wat er sindsdien is misgegaan.
'Weinig toezicht'
Moerkamp maakt een onderscheid tussen financiële verliezen door goedbedoelende corporatiedirecteuren en directeuren die "hun moreel kompas zijn kwijtgeraakt". Maar hij is het eens met de deskundigen die eerder werden gehoord: er is te weinig toezicht geweest. En de sector is in handen gekomen van "de grote jongens".
Hij vindt het terecht dat de politiek in het verleden koos voor zelfstandige woningcorporaties. "Ik moet er niet aan denken dat nog steeds op een ministerie wordt bepaald wat voor centrale verwarming er in een huurwoning moet."
Politieke onrust
De deskundigen noemden tijdens de verhoren als belangrijke verklaring voor de misstanden de voortdurende politieke onrust in de afgelopen twintig jaar. "Door een gebrek aan politieke stabiliteit was er eigenlijk geen beleid", zegt Jan van der Schaar.
Maar liefst twaalf ministers en staatssecretarissen waren verantwoordelijk voor de woningcorporaties. Terwijl ze juist in die periode overgingen van overheidscontrole naar zelfstandigheid en er tientallen miljarden euro's aan gemeenschapsgeld mee gemoeid waren.
Risico
Een van die bewindspersonen, oud-staatssecretaris Tommel van D66, werd ook gehoord. Hij voerde de plannen uit die door zijn voorganger Heerma waren bedacht. Die plannen hadden draagvlak bij veel partijen in de Tweede Kamer. "Het oude systeem was niet vol te houden. De overheid liep te veel risico."
Het Rijk was voor vele miljarden verantwoordelijk voor de volkshuisvesting. Die verantwoordelijkheid werd overgeheveld naar de corporaties, inclusief het bijbehorende geld. Maar het toezicht heeft zich niet of nauwelijks ontwikkeld, vindt ook Tommel.
"In mijn begintijd waren er 170 fte's bij de inspectiedienst en nog 80 op het ministerie van VROM. Het toezicht is stiekem en stil wegbezuinigd. Nu moeten tien mensen het doen."
Morgen gaan de verhoren verder vanaf 9.30 uur. Ze zijn live te volgen op NPO Politiek.
Twaalf bewindspersonen die in twintig jaar over volkshuisvesting gingen:
Enneüs Heerma (CDA): 27 oktober 1986 tot 22 augustus 1994, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Dick Tommel (D66): 22 augustus 1994 tot 3 augustus 1998, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Johan Remkes (VVD): 3 augustus 1998 tot 22 juli 2002, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Henk Kamp (VVD): 22 juli 2002 tot 27 mei 2003, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Sybilla Dekker (VVD): 27 mei 2003 tot 21 september 2006, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Pieter Winsemius (VVD): 26 september 2006 tot 22 februari 2007 minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ella Vogelaar (PvdA): 22 februari 2007 tot 14 november 2008, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
Eberhard van der Laan (PvdA): 14 november 2008 tot 23 februari 2010, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
Eimert van Middelkoop (ChristenUnie): 23 februari 2010 tot 14 oktober 2010, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
Piet Hein Donner (CDA): 14 oktober 2010 tot 16 december 2011, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (volkshuisvesting was geen aparte portefeuille meer)
Liesbeth Spies (CDA): 16 december 2011 tot 5 november 2012, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (volkshuisvesting was geen aparte portefeuille meer)
Stef Blok (VVD): 5 november 2012 tot heden, minister voor Wonen en Rijksdienst (volkshuisvesting kreeg weer een eigen bewindspersoon)