NOS NieuwsAangepast

Jaruzelski: communist met spijt

Hoewel de Sovjet-Unie hem zijn vader, zijn bezittingen en zijn gezondheid had ontnomen, was de Poolse generaal Wojciech Jaruzelski decennialang een communistische hardliner. Onder zijn leiding sloeg het Poolse leger opstanden hardhandig neer. Maar het was ook Jaruzelski die in 1989 in Oost-Europa de eerste vrije verkiezingen liet houden.

Dat de vandaag overleden Jaruzelski communist zou worden, lag bepaald niet voor de hand. Hij werd in 1923 geboren in een adellijke familie in het oosten van Polen. Als grootgrondbezitters waren zij volgens Moskou een bedreiging voor het communisme.

Nadat Stalin in 1939 Oost-Polen was binnengevallen, verdween de familie naar een strafkamp in Siberië. Vader Jaruzelski kwam daar om het leven; de jonge Wojciech liep in het kamp rugklachten en oogletsel op. Daardoor leerde de wereld hem later kennen als stugge generaal met de donkere bril, letterlijk en figuurlijk.

Intelligent en rechtlijnig

Toch werd Jaruzelski na de Tweede Wereldoorlog lid van de Poolse communistische partij. Hij had tijdens de oorlog nog geprobeerd zich aan te sluiten bij geallieerde militairen, maar toen dat niet lukte, koos hij voor het Rode Leger. Die aanvankelijk pragmatische keuze is hij de rest van zijn leven trouw gebleven.

Dankzij zijn intelligentie en rechtlijnige opvattingen maakte Jaruzelski snel carrière in het Poolse leger en de communistische partij. Op zijn 33ste was hij de jongste Poolse generaal. Twaalf jaar later, in 1968, werd hij minister van Defensie. Aan vriendjespolitiek deed Jaruzelski niet; vriend en vijand zijn het erover eens dat hij zich nooit schuldig heeft gemaakt aan corruptie.

Tientallen doden

Als kersverse minister van Defensie stemde Jaruzelski in met de gewelddadige manier waarop de Sovjet-Unie in buurland Tsjechoslowakije in 1968 een eind maakte aan de Praagse Lente. Twee jaar later maakte hij in eigen land hardhandig een einde aan een staking van Poolse havenarbeiders. Daarbij vielen tientallen doden. Het schaadde zijn carrière niet.

In de jaren 70 gleed Polen economisch af. Aan bijna alles ontstond een gebrek, de prijzen stegen en de ontevredenheid onder de bevolking nam toe. Havenwerker Lech Walesa kreeg toestemming om een vakbond op te richten, Solidariteit, die al snel tien miljoen leden had - een kwart van de Poolse bevolking.

Solidariteit-voorman Lech Walesa wordt op de schouders meegedragen op een scheepswerf in Gdansk, 1980 (foto EPA)

Staat van beleg

Het succes van Solidariteit en de eisen die de vakbond stelde, zoals vrije verkiezingen, waren Moskou een doorn in het oog. Sovjet-leider Brezjnev zorgde ervoor dat Jaruzelski begin 1981 premier werd en gaf hem opdracht de noodtoestand uit te roepen en Solidariteit te verbieden.

Pas maanden later gaf Jaruzelski daaraan gehoor. Hij twijfelde of de Poolse militairen, vaak leden van Solidariteit, wel de wapens zouden opnemen tegen de eigen bevolking. Maar uit angst dat Solidariteit nog machtiger zou worden, riep hij op 13 december 1981 alsnog de staat van beleg uit.

Daarmee werd Polen een militaire dictatuur; Jaruzelski was voorzitter van de Militaire Raad voor de Bescherming van het Vaderland. Hervormingen werden teruggedraaid, de leiders van Solidariteit werden opgepakt en de Poolse straten werden overgenomen door tanks en andere militaire voertuigen.

Ronde tafel

In 1983 hief Jaruzelski de noodtoestand op. Hij werd voorzitter van de Poolse Staatsraad en daarmee officieel staatshoofd. Hij wilde binnen het communistische systeem hervormingen doorvoeren en liet veel politieke gevangenen vrij.

Jaruzelski besloot Solidariteit weer te legaliseren en betrok de vakbond bij het bestuur van het land. In 1988 werden rondetafelconferenties gehouden, die uitmondden in een nieuwe grondwet. Daarmee werden ook andere politieke partijen toegestaan.

In 1989 was Polen het eerste Oost-Europese land waar min of meer vrije verkiezingen werden gehouden. Wel stond van tevoren vast dat de communistische partij een meerderheid van één zetel in het parlement zou houden. Afgezien daarvan boekte Solidariteit een monsterzege: vrijwel alle beschikbare zetels gingen naar de vakbond.

"Het spijt me"

Jaruzelski werd officieel president, maar was genoodzaakt om een adviseur van Solidariteit als premier te benoemen. Dat werd Tadeusz Mazowiecki. Solidariteit-voorman Walesa eiste vervolgens echte presidentsverkiezingen, die hij in 1990 met glans won.

In zijn afscheidsrede toonde Jaruzelski berouw voor de fouten die hij had gemaakt. Hij zei dat hij verantwoordelijk was voor alle misdaden die het communistische regime had begaan: "De woorden 'het spijt me' klinken banaal, maar ik kan geen andere woorden bedenken."

Nooit veroordeeld

Na zijn aftreden werd Jaruzelski verschillende keren ter verantwoording geroepen, maar hij is nooit veroordeeld. In 1996 begon een proces voor het bloedbad in 1970, maar vanwege zijn zwakke gezondheid ging hij vrijuit. In het parlement werd Jaruzelski lange tijd ondervraagd over de noodtoestand in de jaren 80, maar uiteindelijk besloot het parlement hem niet te vervolgen.

In 2008 begon in Warschau opnieuw een proces over de communistische misdaden. Jaruzelski, inmiddels 85 jaar en ziek, verklaarde toen onschuldig te zijn. De staat van beleg in 1981 was volgens hem nodig om een inval door het Sovjet-leger te voorkomen. Ook nu kwam het niet tot een veroordeling.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl