Ramp kledingfabriek Savar herdacht

Duizenden mensen hebben in Bangladesh het instorten van Rana Plaza herdacht. Textielarbeiders hebben kransen gelegd op de plek waar de kledingfabriek stond. In het gebouw in Savar, een voorstad van de hoofdstad Dhaka, lieten veel grote bedrijven hun kleding maken.

Honderden werknemers blokkeerden de hoofdweg naar Rana Plaza. Zij eisen dat de eigenaren van het gebouw eindelijk worden vervolgd. "Hang ze op, hang ze op", werd er geschreeuwd.

De regering is gevraagd 24 april uit te roepen tot Dag van de Veiligheid op het Werk. Dat initiatief komt van een organisatie die opkomt voor betere arbeidsomstandigheden.

Compensatie blijft achter

De ramp kostte aan ruim 1100 mensen het leven, meer dan 2000 raakten gewond. De instorting leidde tot felle kritieken op de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingfabrieken.

Eind vorig jaar werd er een fonds opgericht om slachtoffers te compenseren voor medische kosten en de misgelopen loon. Alle bedrijven die in Rana Plaza actief waren, zouden daar geld in storten. Tot nu toe is slechts eenderde van het benodigde bedrag, bijna 30 miljoen euro, binnengekomen.