Moslims verjaagd uit hoofdstad CAR

Faoza is nog maar een paar maanden oud en nu al wees. Haar moeder is vorige week vermoord door christelijke milities, net als haar vader, maanden geleden. Haar nichtje van 17 verzorgt haar nu. Die vertelt hoe haar zus vertrok met een waterkruik en niet meer terugkwam.

De grens met de christelijke gemeenschap is dichtbij. De moeder van Faoza kwam in handen van anti-Balaka, de christelijke militie.

Het is typerend voor het leven van de moslims in de Centraal Afrikaanse Republiek. Ze zijn bijna allemaal verjaagd uit de hoofdstad Bangui. Een paar duizend van hen zitten opeengepakt in een wijk van Boda, beschermd door VN-militairen. Voedsel is hier schaars, af en toe doneert een hulporganisatie een zakje rijst voor iedere familie.

Seleka

Deze week vertrok opnieuw een groep van zo'n honderd moslims vanuit de hoofdstad Bangui naar het oosten, naar de stad Bambari. Die stad is in handen van de moslim-milities van Seleka.

Een konvooi Franse militairen begeleidt de moslims en voorkomt dat ze onderweg worden aangevallen. Terwijl het konvooi door een christelijke wijk trekt, vertelt één van de christenen dat hij liever ziet dat de moslims meteen doorreizen, het land uit, naar Tsjaad.

Voordat het geweld uitbrak, leefden de moslims en christenen gemoedelijk naast elkaar in de Centraal Afrikaanse Republiek.

Wraak

De christenen zijn uit op wraak sinds Seleka in maart vorig jaar de macht greep in de hoofdstad. Het karakter van het geweld is sindsdien niet langer politiek, maar sektarisch. De nieuwe stroom vluchtelingen laat zien dat het land steeds verder verdeeld raakt.

6000 Afrikaanse en 2000 Franse militairen zijn er tot nu toe niet in geslaagd het conflict te sussen. De VN-veiligheidsraad besloot deze maand dat er nog eens 12.000 militairen worden toegevoegd aan de vredesmissie in de CAR.

Sinds het geweld uitbrak zijn een miljoen mensen op de vlucht geslagen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl