"Fonds Bangladesh nog te leeg"

Een jaar na de ramp in de Rana Plaza-kledingfabrieken in Bangladesh is er nog altijd veel te weinig geld binnengekomen om de slachtoffers en nabestaanden te compenseren. Dat zeggen FNV Mondiaal en de Schone Kleren Campagne (SKC), een Nederlandse organisatie die zich inzet voor betere werkomstandigheden in de kledingindustrie.

Donderdag is het een jaar geleden dat Rana Plaza instortte, een gebouw waar verschillende grote bedrijven kleding lieten maken. Ruim 1100 mensen kwamen om en er waren meer dan 2000 gewonden.

Eind vorig jaar werd onder de hoede van de Verenigde Naties een fonds opgericht om getroffenen te compenseren voor inkomstenderving en medische kosten. De bedoeling is dat alle bedrijven die in Rana Plaza actief waren, daar geld in storten.

Schokkend laag

Volgens de SKC is er zeker een kleine dertig miljoen euro nodig, maar is nog maar eenderde van dat bedrag binnengekomen. De organisatie zegt dat slechts de helft van de bedrijven iets heeft bijgedragen. Onder meer de modeketens Benetton en Matalan zouden weigeren te betalen. Andere bedrijven doen volgens de SKC "schokkend lage" donaties.

Een pluim is er voor de kledingketen Primark, die zo'n vijf miljoen euro doneerde. Volgens de SKC is Primark het enige merk dat een aanzienlijk bedrag aan het fonds heeft bijgedragen.

Akkoord

Ook FNV Mondiaal vindt dat de bedrijven onvoldoende actie hebben getoond. Wel vindt de vakbond het positief dat veel Europese bedrijven een akkoord hebben ondertekend om de werkomstandigheden in de Bengalese fabrieken te verbeteren.

Minister Ploumen noemde het in Nieuwsuur "heel teleurstellend" dat het compensatiefonds nog niet voldoende is gevuld. Ze wees met een beschuldigende vinger naar de bedrijven. "Ik kan me eerlijk gezegd niet zo goed voorstellen waarom je die compensatie niet zou willen betalen."