Smartegeld in zaak Dutchbat

De Nederlandse staat betaalt 20.000 euro schadevergoeding per persoon aan nabestaanden van drie Bosniërs die in 1995 werden weggestuurd van de basis van Dutchbat bij Srebrenica. Dat heeft het ministerie van Defensie bekendgemaakt.

De drie mochten niet op de Nederlandse basis blijven toen de moslimenclave onder de voet werd gelopen. Uiteindelijk werden ze door de Serviërs gedood.

Bosnisch recht

De Hoge Raad besloot vorig jaar dat Nederland aansprakelijk is voor de schade die is geleden door de vier nabestaanden. Volgens Bosnisch recht hebben ze recht op vergoeding van immateriële schade (smartegeld). Naar Nederlands recht hebben ze dat recht niet, maar de Hoge Raad bepaalde dat in deze zaak Bosnisch recht van toepassing is.

De hoogte van de vergoeding is gelijk aan wat in Bosnië in dergelijke gevallen gebruikelijk is, zegt een woordvoerder van het ministerie. Als de nabestaanden de vergoeding te laag vinden, kunnen ze volgens hem nog een procedure beginnen.

Elektriciën

Ook eventuele materiële schade wordt vergoed. In een verklaring zegt de Staat te betreuren wat de families Nuhanovic en Mustafic is overkomen.

De zaak, die zich jarenlang heeft voortgesleept, werd aangespannen door de tolk van Dutchbat, Hassan Nuhanovic, en de nabestaanden van de vermoorde elektriciën Mustafic. Nuhanovic verloor zijn vader en broer.

De woordvoerder van Defensie gaat ervan uit dat het toekennen van schadevergoeding geen precedent schept voor andere zaken die nog lopen. Zo loopt er nog een zaak van de Moeders van Srebrenica tegen de Nederlandse staat.