Wie was Jan Peter Schmittmann?

Jan Peter Schmittmann (57), die vandaag dood werd gevonden in zijn woning in Laren, werkte van 1983 tot 2009 bij ABN Amro. Hij begon als relatiebeheerder en kwam via uitzendingen naar Mumbai en Singapore in 1998 in het hogere management terecht.

Tussen 2003 en 2007 was Schmittmann bestuursvoorzitter van de Nederlandse tak van ABN Amro. In die functie maakte hij mee dat de bank werd opgekocht door een consortium van Royal Bank of Scotland, Santander en Fortis.

Vertrekpremie

Na de overname was Schmittmann één van de weinigen uit het bestuur die mochten blijven, maar dat was niet van lange duur. Na het debacle met Fortis tijdens de bankencrisis en de uiteindelijke nationalisatie van ABN Amro moest Schmittmann alsnog vertrekken.

Zijn vertrek leidde tot ophef. Volgens de toen geldende regels had Schmittmann recht op een vertrekpremie van 18 miljoen euro. Maar de bank wilde niet verder gaan dan 2,4 miljoen, evenveel als zijn jaarsalaris van het jaar daarvoor. Daarop spande Schmittmann een procedure aan tegen de bank. De rechter stelde hem in het gelijk, onder meer omdat hij al 26 jaar bij de bank werkte. Schmittmann kreeg uiteindelijk 8 miljoen. Dat was de hoogste vertrekpremie ooit.

"Exorbitant"

De toenmalige minister van Financiën, Wouter Bos noemde dat bedrag "exorbitant". Schmittmann reageerde door Bos' reactie "onverkwikkelijk" te noemen.

Na het vertrek van Schmittmann voerde het ministerie een nieuw beloningssysteem in bij ABN Amro. Volgens dat systeem mochten vertrekkende bestuurders niet meer dan één jaarsalaris meekrijgen.

Schmittmann ging zich na zijn vertrek bij ABN richten op bedrijfsadviezen. Daarnaast was hij lid van de Raad van Toezicht van het Nederlands Filmfonds en voorzitter van het bestuur van de Richard Krajicek Foundation. Ook bekleedde hij de laatste tijd allerlei commissariaten, onder meer bij Delta Lloyd vanaf september 2013.

Dion Graus

In 2011 werd Schmittmann als laatste getuige gehoord door de parlementaire enquêtecommissie-De Wit die onderzoek deed naar het regeringsbeleid tijdens de bankencrisis van 2008. Kamerlid Dion Graus van de PVV stapte na een verhoor van Schmittmann uit de commissie omdat hij vond dat hij te weinig gelegenheid kreeg om vragen te stellen over de bonuscultuur bij banken.

Graus ondervroeg Schmittmann onder meer over de vertrekpremie. Hij zei dat hij na afloop te horen kreeg dat andere commissieleden dat niet op prijs stelden. Daarop besloot Graus uit de commissie te stappen.