Waterschappen blijven bestaan

De waterschappen blijven voorlopig bestaan. In het regeerakkoord staat dat ze worden samengevoegd en uiteindelijk moeten opgaan in de nieuwe te vormen landsdelen, maar dat gaat niet gebeuren. Volgens minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) doen de waterschappen uitzonderlijk goed werk en moet je wat goed is niet veranderen.

Het kabinet wilde de taken van de waterschappen onderbrengen bij de landsdelen (de opvolgers van de provincies) zodat er efficiënter gewerkt kan worden. De minister vindt dat de waterschappen kunnen blijven bestaan en zelf met voorstellen moeten komen om doelmatiger te werken.

Schultz reageert op een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dat rapport is positief over de manier waarop Nederland omgaat met het waterbeleid. Tegen relatief lage kosten is er voldoende waterveiligheid, -kwaliteit en voldoende water. Schultz van Haegen: "Dit rapport geeft reden tot trots en is een mooi visitekaartje".

Campagne

Maar er is ook werk aan de winkel. De OESO concludeert dat Nederlanders niet weten waarom het belangrijk is dat het land tegen water moet worden beschermd. Ook weten zij niet wat te doen als er bijvoorbeeld een dijk doorbreekt. De minister wil daarom een campagne om Nederlanders te waarschuwen.

Volgens het rapport vinden Nederlanders het vanzelfsprekend dat het land droog en bewoonbaar is, omdat er sinds de watersnoodramp van 1953 geen grote overstromingen zijn geweest. Maar Nederlanders moeten zich bewust worden van toekomstige gevaren als stijging van de zeespiegel door klimaatveranderingen, aldus OESO.

Wake-upcall

"Net als de OESO vind ik een dringende wake-upcall op zijn plaats", aldus minister Schultz van Haegen. "Mensen moeten erover nadenken wat ze moeten doen als het misgaat". Volgens haar weten ook maar weinig mensen hoeveel werk ervoor nodig is om het land droog te houden en wat de overstromingsrisico's zijn.