Banken krenterig met krediet?

De discussie in de politiek en daarbuiten of banken te krenterig zijn met het verstrekken van krediet of dat bedrijven minder krediet vragen is te eenzijdig. Cruciaal en belangrijker is waar het krediet terecht komt en niet zozeer hoeveel krediet er verstrekt wordt. Dat zegt De Nederlandsche Bank in het Jaarverslag 2013.

In 2007 groeide de kredietverlening nog met bijna 12 procent, vorig jaar was er sprake van een krimp. De lagere kredietverstrekking heeft een waaier aan oorzaken, stelt DNB.

Oorzaken

De recessie en de problemen op de woningmarkt zorgen voor minder vraag naar krediet. Banken hebben de kredietvoorwaarden aangescherpt door de hogere risico s bij het bedrijfsleven waar veel betalingsachterstanden en faillissementen zijn. Het verstrekken van hypotheken wordt gedrukt door aangescherpte regels over aflossing en hoogte van de hypotheek.

Banken verkleinen ook hun eigen risico's door minder uit te zetten en moeten hun financiële buffers ophogen en versterken. Het is echter niet zeker, zegt DNB, in hoeverre de versterking van de buffers zorgt voor terughoudendheid van banken bij het verlenen van krediet.

Niet hoeveel, maar waar?

Volgens DNB is niet de hoeveelheid krediet belangrijk, maar wel de plek waar het geld terechtkomt. Zo zorgde vòòr de crisis de overvloed aan krediet ervoor dat er bijvoorbeeld in Zuid-Europa maar ook bij ons vastgoedbubbels ontstonden die bij het leeglopen de woningmarkt en de bouw onderuit trokken.

Probleem is nu wel dat de afgenomen kredietverlening het economisch herstel in de weg zit. Vooral bedrijven die voor financiering afhankelijk zijn van banken. Er wordt te weinig krediet verleend aan de maak- en exportindustrie, en ook jonge en kleine bedrijven kunnen maar moeilijk aan geld komen.

DNB pleit daarom voor een verbreding van financieringsvormen, naast die van de banken, zoals durfinvesteerders en crowdfunding.