Larsson onderzocht moord Palme

De in 2004 overleden Zweedse schrijver Stieg Larsson, bekend van de succesvolle Millenniumtrilogie, deed onderzoek naar de moord op de Zweedse premier Olof Palme. Dat heeft de krant Svenska Dagbladet vandaag onthuld.

Meteen na de dood van Palme begon hij met zijn onderzoek. De krant heeft nu toegang gekregen tot de vijftien verhuisdozen vol met informatie die Larsson verzamelde.

Bioscoop

Olof Palme werd 28 februari 1986 doodgeschoten in Stockholm toen hij met zijn vrouw uit de bioscoop kwam. De moord op de socialistische premier wordt beschouwd als het nationale trauma van Zweden. De moordenaar is nooit gepakt en de politie heeft in het onderzoek grote steken laten vallen.

Veel Zweden geloven dat de binnenlandse veiligheidsdiensten verantwoordelijk zijn voor zijn dood. Ook de Koerdische afscheidingsbeweging PKK werd een tijd lang als de schuldige gezien.

Apartheid

Larsson zocht het echter in een andere hoek. Met hulp van het Britse tijdschrift Searchlight kwam hij op het zogenoemde 'Zuid-Afrika-spoor'.

De Zuid-Afrikaanse geheime dienst zou Palme door Zweedse rechts-extremisten hebben laten ombrengen. Palme had zich een week voor de moord in sterke bewoordingen tegen apartheid uitgesproken. "Apartheid kan niet worden hervormd, het moet geëlimineerd worden", zei hij.

Geheim agent

Volgens Larsson is Bertil Wedin verantwoordelijk voor de moord op Olof Palme. Wedin is een Zweedse officier die werkte als geheim agent voor Zuid-Afrika. Ten tijde van de moord was hij zeer bekend onder Zweedse rechts-extremisten. Volgens Larsson zou Wedin ook achter de moord zitten op Ruth First, een van Palmes beste vriendinnen.

Wedin ontkent in de krant betrokken te zijn bij de moord op Palme. Wel geeft hij toe dat hij een hekel had aan Palme.

Verhoor

In 1987 leverde Larsson het door hem verzamelde materiaal in bij de leiding van het moordonderzoek naar Palme. Volgens de krant werd het 'Zuid-Afrika-spoor' wel opgepakt, maar is Wedin nooit verhoord.

De krant gaat aan de hand van het materiaal van Larsson verder met het onderzoek en zal daar de komende dagen over publiceren.