Muziekpaleis Utrecht als 'jamsessie'
Door verslaggever Jeroen Wielaert
Moderner, gevarieerder, uitdagender dan ooit: het nieuwe Muziekpaleis in Utrecht. Dat is de indruk die achterblijft bij een bezoek aan het nieuwe gebouw dat verrezen is rondom het oude pand van Muziekcentrum Vredenburg in het centrum van de stad. Artiesten en journalisten kregen vandaag een rondleiding in het nieuwe muziekgebouw dat in juni opengaat.
Vredenburg was het huis van menig legendarische opvoering: klassiek, pop, poëzie. De uitbreiding blijkt verbluffend voor de nieuwe uitvoerders die er naar uitzien om er te mogen spelen.
Herzberger ontwierp zijn Muziekcentrum ooit volgens zijn principes: toegankelijk, publieksvriendelijk, open. Menig bezoeker heeft dat sindsdien beleefd. De kern is bewaard gebleven: de grote zaal. Daar zal het een groot thuis komen worden voor de oude getrouwen. Opgeschilderd feest van herkenning, als hart van een werkelijk enorm uitgebreid concertgebouw dat zijn weerga niet kent, in Nederland, noch in andere West-Europese landen.
Overschrijding
De ambities waren groot, net als de conflicten tussen de nieuwe partners en daar kwamen de immer verhoogde kosten bij, tot een overschrijding naar 135 miljoen. Het heeft een unieke rijkdom aan zalen opgeleverd die al die investeringen moet terugverdienen.
Klassiek, pop, jazz, poëzie en wereldmuziek. Verschillende muziekstijlen los van elkaar in een eigen zaal, maar wel in hetzelfde gebouw, dat is het idee.
Postmodern
Het nieuwe Utrechtse cultuurcentrum is opgebouwd uit een vierkante, dan weer krommende buiteling van ontwerpen door architecten als Patrick Fransen, Jo Coenen en Thijs Asselberghs. Er is heel goed over nagedacht, in een ontmoeting van postmoderne ideeën.
Bij de eerste wandeling voelt het aan als een avontuur. Vooral als een kolossale architectonische jamsessie. Het is ook een klimmen en dalen door de geometrische tonen van het gebouw, met hoeken vol verrassing. Een Muziekpaleis om geweldig in te verdwalen, in alle toonaarden.