Moordzaak Venray moet over

De Hoge Raad heeft de veroordeling van een man uit Venray voor de moord op zijn vrouw Kathleen Cremers vernietigd. Volgens de Hoge Raad is onvoldoende bewezen dat de man de daad beging met voorbedachten rade. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moet de zaak over doen.

Hetzelfde hof veroordeelde Erik E. in 2012 tot 18 jaar cel voor het doodsteken van zijn vrouw in 2006. Hij bekende in 2011 dat hij haar zeventig keer met een schroevendraaier had gestoken.

Hij gaf ook toe dat hij zijn vrouw had geslagen met een stuk hout en dat ze vechtend op de grond hadden gelegen. Een andere man, die op dat moment in het huis aanwezig was, zou haar de keel hebben doorgesneden.

Niet bewezen

Volgens de advocaat van de man kan moord met voorbedachten rade niet worden bewezen. De Hoge Raad gaat daarin mee. De rechter heeft zich volgens de Raad te veel laten leiden door de vaststelling dat E. genoeg tijd had om het besluit te nemen zijn vrouw om het leven te brengen.

Of de vrouw in een plotselinge driftbui om het leven is gebracht en of E. voldoende tijd had om zijn daad te heroverwegen, is daarin niet voldoende meegewogen, zegt de Raad.

Tweede keer

Het is het tweede hoger beroep dat in deze zaak over moet. Van de rechtbank kreeg de man eerder 15 jaar cel, waarna hij door het hof werd vrijgesproken. Toen moest de zaak echter over omdat volgens de Hoge Raad de vrijspraak niet goed was gemotiveerd. E. bekende vervolgens dat hij zijn vrouw had gestoken.