DNB legt claim neer bij IJsland

De Nederlandsche Bank (DNB) en de Britse toezichthouder FSCS hebben samen een claim van 3,6 miljard euro ingediend bij de uitvoerder van het IJslandse depositogarantiestelsel (TIF). Dit bedrag liepen Britse en Nederlandse spaarders van Icesave mis toen de op één na grootste bank van IJsland, Landsbanki Islands, eind 2008 ten onder ging.

DNB eist omgerekend 660 miljoen euro, de FSCS bijna 2,9 miljard. Inclusief rente en proceskosten kan de claim oplopen tot in totaal ruim 6 miljard euro. De dagvaarding is in november verstuurd, maar nu pas naar buiten gebracht.

Hoge rente

Landsbanki was in ons land sinds mei 2008 actief onder de naam Icesave. Ruim 100.000 Nederlanders zetten toen hun geld op online-spaarrekeningen. Hun werd door Icesave een rente beloofd van 5 tot 5,25 procent, terwijl op dat moment de gemiddelde rente in Nederland op 4 procent lag.

In oktober 2008 werd duidelijk dat Icesave zijn verplichtingen niet meer na kon komen. De Britse en Nederlandse regering compenseerden de spaarders, maar sindsdien proberen de twee landen dat geld terug te vorderen van de IJslanders. Uit het faillissement van de bank is tot nu toe de helft van alle claims teruggekomen.