Leger Irak bestookt doelen Fallujah
Het Iraakse leger heeft net als zaterdag doelen bestookt in Fallujah. Die stad, enkele tientallen kilometers ten westen van Bagdad, is al een maand in handen van rebellen die banden hebben met al-Qaida. Met de aanvallen bereidt het Iraakse leger de herovering van Fallujah voor.
Rebellen van de soennitische groepering Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS) namen Falluja en delen van de provinciehoofdstad Ramadi op 1 januari in. Er zouden zo'n 300 ISIS-strijders in Fallujah zitten. De Iraakse regering greep nog niet in, om lokale stamleiders de kans te geven de militanten zelf te verdrijven. Dat is hun niet gelukt.
De legerleiding was bovendien bang dat een offensief zou leiden tot een langdurige strijd met vele burgerdoden. Desondanks heeft premier Maliki, een sjiiet, nu besloten dat het leger toch moet ingrijpen. Andere landen in de regio hebben hem opgeroepen om Fallujah niet te bestormen, maar Maliki lijkt vastberaden.
Soennitisch bolwerk
De overwegend soennitische bevolking van Fallujah is verdeeld over de bezetting door ISIS. De inwoners hebben over het algemeen, net als ISIS, een afkeer van de Iraakse regering, maar een deel van hen vindt de groepering veel te gewelddadig. Anderen sympathiseren openlijk met ISIS of zijn te bang om zich ertegen te verzetten.
Fallujah is een bolwerk van het verzet tegen de Iraakse regering. Ook na de Amerikaanse invasie in Irak in 2003, die een eind maakte aan het soennitische regime van Saddam Hussein, bleven de inwoners van Fallujah fel verzet bieden.
De strijd om Fallujah was voor de Amerikanen een van de bloedigste sinds de Vietnamoorlog. Er waren drie operaties nodig om de stad alsnog in handen te krijgen. In en rond Fallujah sneuvelden tijdens de Irak-oorlog ongeveer 1500 Amerikaanse militairen; eenderde van het totale aantal Amerikaanse slachtoffers.
Gevechten in Ramadi
In Ramadi, de hoofdstad van de provincie Anbar waarin ook Fallujah ligt, wordt nu al gevochten. ISIS had daar een aantal wijken in handen. Militairen en agenten vechten daar samen met lokale stamleden tegen de soennitische rebellen. Ze zouden een aantal wijken van Ramadi al hebben heroverd.