Haaienslachthuis ontdekt in China

Een milieuorganisatie uit Hongkong heeft naar eigen zeggen het grootste haaienslachthuis ter wereld ontdekt. WildLifeRisk ging undercover bij het bedrijf in de Chinese provincie Zheijang en zag hoe het slachthuis jaarlijks ruim 600 beschermde walvishaaien verwerkt.

WildLifeRisk deed bijna vier jaar lang onderzoek bij het slachthuis. "We zijn er in drie jaar tijd drie keer geweest en elke keer was de schaal waarop geslacht werd echt onthutsend", schrijft de organisatie in een rapport (pdf).

"Het bedrijf deed zich voor als een internationale vishandel, die op zoek was naar nieuwe producten, maar de directeur vertelde ons op film dat er jaarlijks meer dan 600 walvishaaien worden verwerkt."

Onvoorstelbaar

Volgens het rapport wordt de huid van de walvishaaien verkocht als leer voor de tassenindustrie en wordt het vlees naar Chinese restaurants in Frankrijk en Italië geëxporteerd. Gedroogde vinnen worden verkocht aan restaurants in de Chinese miljoenenstad Kanton.

Maar het meeste geld verdient het slachthuis aan de leverolie van de walvishaai. Die wordt gebruikt in producten als lippenstift, gezichtscrème en Omega 3-voedingssupplementen. "Het is onvoorstelbaar dat voor dergelijke luxe producten zulke bloedbaden nodig zijn", zegt WildLifeRisk.

Uitsterven

De milieuorganisatie vindt dan ook dat de handel moet stoppen: "Anders worden deze dieren uiteindelijk met uitsterven bedreigd".

Ook roept WildLifeRisk de regering op om het slachthuis te sluiten en een onderzoek naar het bedrijf te starten.

Volgens de CITES-overeenkomst, die ook door China is getekend, is internationale handel in bedreigde soorten, wilde dieren en planten illegaal en verboden.