Denver en Seattle naar Super Bowl

De strijd om de titel in de NFL gaat dit jaar tussen Denver Broncos en Seattle Seahawks. Zij gaan op 2 februari de strijd met elkaar aan om de Super Bowl.

Denver versloeg in eigen huis New England Patriots (26-16) en Seattle was de meerdere van San Francisco 49'ers (23-17).

Manning klopt Brady

Het duel tussen Broncos en Patriots (finale AFC-kampioenschap) werd vooraf bestempeld als een strijd tussen quarterbackgrootheden Peyton Manning en Tom Brady. Uiteindelijk was het Manning (éénmaal winnaar van de Super Bowl) die zijn ploeg aan een ruime zege hielp en zo drievoudig winnaar Brady van zijn zesde Super Bowl-deelname afhield.

De eerste tien punten in de wedstrijd waren voor Broncos waarna Patriots pas wat terug deed via een field goal van Stephen Gostkowski, 10-3. De thuisploeg scoorde voor rust ook een field goal.

Daarna liep Denver uit naar 23-3 mede door twee touchdown-passes van Manning. Brady kon met zijn team geen vuist meer maken, scoorde nog wel een touchdown door zelf de endzone in te sprinten, maar gevaarlijk werd het niet meer voor Broncos.

Seattle verslaat San Francisco

In de strijd om het kampioenschap van de NFC had San Francisco lange tijd het initiatief en ook een voorsprong. Daar kwam in het vierde kwart verandering in. Seattle Seahawks-quarterback Russel Wilson vond met een verre worp Jermaine Kearse, die met een touchdown zijn ploeg voor het eerst in de wedstrijd op voorsprong bracht, 20-17.

Niet veel later maakte Wilsons collega Colin Kaepernick een kapitale fout. Met nog tien minuten te gaan verspeelde hij de bal door te lang te wachten met zijn worp. Cliff Avril tikte het leer uit zijn handen waarna San Francisco, vorig seizoen de verliezende ploeg in de Super Bowl, het tij niet meer kon keren.