Renoir moet terug naar museum

Een schilderij van Pierre-Auguste Renoir (1841-1919) dat voor vijf euro werd gekocht op een vlooienmarkt, moet terug naar het museum in Baltimore waar het in 1951 werd gestolen. Dat heeft een Amerikaanse rechter besloten.

Het schilderij, Paysage Bord du Seine (1879), is een landschap in olieverf dat Renoir schilderde op een servet. Hij deed dat voor zijn minnares toen ze in een restaurant waren aan de Seine.

Het werd in 1951 ontvreemd uit de collectie van uit het Baltimore Museum of Art. Het impressionistische werk is naar schatting 75.000 euro waard.

Vlooienmarkt

Het kleine schilderij, dat niet is gesigneerd, werd in 2009 gekocht op een vlooienmarkt door Marcia Fuqua, een docente uit Lottesville in Virginia. Ze besloot tot de aankoop omdat ze de lijst zo mooi vond, zei ze tijdens de rechtszaak.

Hoewel op de lijst een naamplaatje was bevestigd met de tekst 'Renoir 1841-1919', ging de nieuwe eigenaar er niet van uit dat het schilderij echt was. Ze stopte het in een vuilniszak. Daar bleef het 2,5 jaar.

Veilinghuis

Haar moeder, een kunstenaar, drong er bij Fuqua op aan het werk te laten taxeren. Een veilinghuis in Virginia bevestigde dat het om een Renoir ging.

Doordat de vondst in de media kwam, gingen bij het museum in Baltimore de alarmbellen rinkelen. Het museum meldde dat het werk was gestolen en eiste het terug.

De rechter in Virginia verwierp de claim van Marcia Fuqua dat zij de rechtmatige eigenaar is van de Renoir. Volgens de rechter heeft het museum in Baltimore overtuigend aangetoond dat het in zijn bezit was toen het werd gestolen.

Museum

Het Baltimore Museum of Art zegt in een reactie blij te zijn dat de rechter het museum als eigenaar heeft aangewezen van het schilderij. Paysage Bord du Seine wordt eind maart, tijdens een speciale expositie, aan het publiek getoond.

Het is niet duidelijk wat er met werk is gebeurd tussen de diefstal in 1951 en de vondst op een vlooienmarkt in 2009.