Geen oordeel over Siert Bruins

De rechtbank in het Duitse Hagen heeft geen oordeel geveld over de Nederlandse oorlogsmisdadiger Siert Bruins (92). De rechter stelt dat er te veel onduidelijkheid is. Er konden bijvoorbeeld geen getuigen worden gehoord.

Bruins stond in Hagen terecht voor de moord op verzetsstrijder Aldert Klaas Dijkema. Die moord werd gepleegd in september 1944 bij Appingedam.

Dijkema werd in die maand gearresteerd en doodgeschoten op een fabrieksterrein bij Appingedam. Bruins, die "De Beul van Appingedam" werd genoemd, zegt dat zijn inmiddels overleden SD-collega, August Neuhäuser, de verzetsstrijder doodschoot.

Geen bewijs

Volgens de rechter is wel vastgesteld, op basis van getuigenissen op papier, dat Bruins hem samen met Neuhäuser heeft doodgeschoten. Dat zou doodslag betekenen, maar dat delict is verjaard.

Of sprake is van moord op een nietsvermoedend slachtoffer, kan volgens de rechter niet meer worden achterhaald. Er is nu geen bewijs, ook doordat er geen getuigen meer in leven zijn, is haar redenering.

De openbaar aanklager in Hagen overweegt om in beroep te gaan. Hij betwist dat er geen bewijs is dat Bruins zich schuldig heeft gemaakt aan moord. "Volgens ons is dat bewijs er wel', zei hij. De aanklager heeft een week de tijd om hoger beroep aan te tekenen. Ook voor Bruins is er nog beroep mogelijk.

Wrang

Volgens NOS-verslaggever Rienk Kamer, die bij de uitspraak was, is de uitspraak wrang voor de nabestaanden, juist omdat de Duitse justitie jarenlang weigerde om oorlogsmisdadigers voor moord te vervolgen.

Bruins is blij met de uitspraak. Tegen NOS-verslaggever Margriet Brandsma zegt hij dat het niet als een verrassing voor hem komt.

Eis levenslang

De eis van de aanklager was levenslang. Bruins' advocaat had maandag vrijspraak gevraagd. Hij had de rechter in Hagen er onder meer op gewezen dat Bruins in 1949 in Nederland al is veroordeeld voor dezelfde zaak, een tweede veroordeling voor hetzelfde vergrijp zou juridisch niet mogelijk zijn.

Bruins kreeg in dat proces eerst de doodstraf, een straf die later werd omgezet in levenslang. De Nederlander, die de Duitse nationaliteit kreeg, zat de straf nooit uit omdat hij kort voor het einde van de oorlog naar Duitsland was gevlucht.

In de jaren tachtig zat Bruins wel vijf jaar in de cel na een veroordeling voor de moord op twee Joodse broers.

Niet dement

De Duitse justitie besloot in juli vorig jaar een nieuw onderzoek te starten naar Bruins' betrokkenheid bij de moord op Dijkema. Het proces tegen Bruins liep sinds september, toen werd vastgesteld dat Bruins' gezondheidstoestand een proces niet in de weg staat. Artsen concludeerden dat hij niet dement of zwaar depressief is.

Bruins meldde zich in de Tweede Wereldoorlog bij de Waffen-SS en vocht onder meer aan het oostfront. Hij werkte in Nederland voor de Duitse inlichtingendienst SD, een politie-afdeling van de SS.