NOS NieuwsAangepast

Pensioenplannen: de gevolgen

We kunnen belastingvrij minder pensioen sparen. Het opbouwpercentage gaat omlaag van 2,25% naar 1,875%. Zeven vragen en antwoorden over het pensioenakkoord.

Wat is het opbouwpercentage?

Voor het aanvullende pensioen mag u jaarlijks belastingvrij pensioen opbouwen. Dat is nu maximaal 2,25% van het salaris. Ieder jaar weer. Na 35 jaar werken spaart u dan een goed pensioen bij elkaar. Samen met de AOW zo'n 80 procent van het gemiddelde salaris. Dat pensioen krijgt u niet een jaar, maar na uw pensionering de rest van uw leven. De premie die daarvoor nodig is ligt veel hoger dan het opbouwpercentage. Gemiddeld werken we een dag in de week voor ons pensioen. Die premie is belastingvrij.

Wat betekent dit in de praktijk?

Iedereen krijgt AOW en daarnaast sparen we voor een aanvullend pensioen. De veranderingen hebben gevolgen voor het aanvullende pensioen.

Een rekenvoorbeeld: Over een deel van ons salaris bouwen we geen pensioen op. Dat deel heet de franchise en verschilt per pensioenfonds. Om het pensioen te kunnen berekenen, trekken we de franchise af van het salaris. Stel: uw salaris bedraagt € 35.000. We trekken de franchise van dit bedrag af € 13.000, Blijft over: € 22.000. Over de 22.000 bouwt u dit jaar nog maximaal 2,25 % pensioen op. Dat is dus een bedrag van € 495 per jaar. Als u 35 jaar werkt, levert dat vanaf pensionering jaarlijks een pensioen op van 17.325 euro.

In het pensioenakkoord wordt dat percentage nu beperkt tot 1.875%. Dat betekent dat er ieder jaar 412,50 euro wordt opgebouwd. Over 35 jaar bouwt u in dit voorbeeld dan een pensioen op van ieder jaar 14.4375. Dus 2914,50 euro lager dan nu het geval is. Het idee van de overheid is dat we deze verlaging kunnen goedmaken door later met pensioen te gaan. Dan werken en sparen we dus langer. Door zeven jaar langer te werken kan het verschil worden ingehaald.

Waarom betaal ik veel meer premie dan het opbouwpercentage?

Even terug naar het rekenvoorbeeld. Ieder jaar bouwt u nu maximaal 495 euro op. Na 35 jaar werken dus ruim 17.000 euro. Dat krijgt u na pensionering ieder jaar. Gemiddeld leven mannen na hun pensionering zo'n 18 jaar, vrouwen zelfs nog langer. De vraag is dus hoeveel geld moet u dit jaar inleggen om na het pensioen ieder jaar dat bedrag te krijgen. In de praktijk betalen we tussen de 15% en 20% van ons salaris aan premie. De werknemer in het voorbeeld betaalt ieder jaar meer dan 4000 euro aan premie. Die pensioenpremie wordt door de pensioenfondsen belegd en moet dan uiteindelijk genoeg zijn om het pensioen uit te keren.

Spaart iedereen nu 2,25 procent?

Nee dat is niet het geval. Het fonds kiest zelf een percentage. Slechts een klein deel van de pensioenfondsen benut dit maximum. Meer dan de helft van alle deelnemers met een aanvullend pensioen heeft nu al een percentage onder de 2 procent. Ook zijn er veel pensioenfondsen waar boven een bepaald salaris geen pensioen meer wordt opgebouwd. Het kabinet wil dat beperken voor iedereen met een inkomen boven 100.000 euro.

Hoe levert dit plan geld op?

U bouwt in de toekomst ieder jaar minder pensioen op. Uw nieuwe pensioen ligt ruim zestien procent lager en als u minder krijgt kan volgens het kabinet ook de premie omlaag. U houdt dan iedere maand meer over. Het voordeel voor de overheid: we moeten over dat bedrag belasting betalen. Dat moet zo'n drie miljard euro aan extra belastinginkomsten opleveren.

Waarom zijn de pensioenfondsen er niet voor?

De belangrijkste reden is dat veel mensen nu niet hun hele leven sparen voor een aanvullend pensioen. Mensen zijn werkloos of werken freelance. In de praktijk ligt het gemiddeld aanvullend pensioen nu onder de 60 procent van het gemiddeld verdiende salaris. Als we in de toekomst minder mogen opbouwen, komen we uit op een nog lager pensioen. Bovendien rekent de overheid zichzelf rijk. Want, zeggen de fondsen, we kunnen dat extra geld gebruiken om de reserves in het fonds te verhogen. Daarmee wordt het pensioen zekerder. Of pensioenfondsen kunnen het geld minder risicovol beleggen. Dat is in de regel duurder, maar het pensioen wordt dan wel zekerder.

Wanneer worden de nieuwe plannen uitgevoerd?

Als Tweede- en Eerste Kamer met de plannen instemmen moeten ze vanaf 1 januari 2015 worden uitgevoerd. Een eerste stap wordt al gezet met ingang van 1 januari 2014. Het kabinet heeft al eerder besloten het opbouwpercentage op 1 januari te verlagen van maximaal 2,25% naar 2,15%.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl