WTO-akkoord maakt weinig indruk
De euforie rond het akkoord van de WTO over een vrijere wereldhandel wordt getemperd door Nederlandse economen. Steven Brakman van de Rijksuniversiteit Groningen vindt dat je het akkoord geen succes mag noemen.
Hij zegt dat de afspraken erg beperkt zijn en dat je misschien eerder van een mislukking moet spreken. Positief is wel dat de douaneprocedures sneller worden, maar daarom kun je nog niet van een succes spreken, zegt Brakman.
Hij zegt dat de WTO nog steeds met een boog om de echte problemen heenloopt. Hij wijst in dit verband op de invoertarieven tussen de ontwikkelingslanden onderling.
Geloofwaardigheid
Paul Hoebink, hoogleraar ontwikkelingssamenwerking aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, is gematigd positief. Hij zegt dat overeenstemming hard nodig was, al was het maar voor de geloofwaardigheid van de WTO. Maar ook hij stelt dat er sprake van een licht akkoord.
Weinig
Jacob Jordaan van de VU zegt dat dit resultaat na al die jaren weinig voorstelt. Hij is verder bezorgd over het (op termijn) verdwijnen van de voedselsubsidies. Dat onderdeel van het WTO-akkoord kan volgens Jaarsma op den duur nadelig uitpakken voor de ontwikkelingslanden. Hij denkt dat de vrije markt de prijzen voor voedsel zal opdrijven.
Patiënt dood
Econoom Sweder van Wijnbergen laat ook weinig heel van het verdrag. Hij zegt letterlijk dat de patiënt (WTO) is overleden, maar dat men dat nog niet hardop wil zeggen. Van Wijnbergen spreekt van een faillissement van de WTO omdat de organisatie op de belangrijkste fronten in feite niets voor elkaar heeft gekregen.