NOS NieuwsAangepast

Gewelddadig protest in Bangladesh

Voor de derde dag op rij protesteren textielarbeiders in Bangladesh voor een hoger loon. Daarbij zijn opnieuw rellen ontstaan. De politie vuurde rubberkogels en traangasgranaten af. Zeker honderd mensen zijn gewond geraakt.

Door de protesten zijn ongeveer 250 kledingfabrieken in de omgeving van de hoofdstad Dhaka gesloten, vooral in de voorsteden Ashulia en Savar. In de fabrieken wordt vooral kleding voor westerse merken geproduceerd.

Het minimumloon in de Bengaalse kledingindustrie bedraagt nu omgerekend 28 euro per maand. Een overheidscommissie wil het dat verhogen tot 50 euro per maand, waarmee het nog steeds tot de laagste ter wereld behoort. De regering moet daar nog mee instemmen.

Te duur

De werkgevers verzetten zich tegen de loonsverhoging. Ze zeggen dat hun producten dan te duur worden op de wereldmarkt, waar alles draait om lage prijzen. De loonsverhoging zal de Bengaalse textielindustrie volgens hen vernietigen.

De arbeiders vinden het voorstel juist niet ver genoeg gaan. Zij eisen dat het minimumloon wordt verhoogd naar ongeveer 78 euro per maand.

Onveiligheid

In de Bengaalse kledingfabrieken werken ongeveer 4 miljoen mensen, voornamelijk vrouwen. Bangladesh is de tweede grote textielproducent ter wereld, na China.

De arbeidsomstandigheden in de fabrieken zijn berucht, niet alleen door de lage lonen, maar ook door de onveiligheid. In april stortte een fabrieksgebouw in Savar in, waarbij 1100 mensen om het leven kwamen. Vorig jaar november vielen bij een brand in een kledingfabriek 112 doden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl