WNF: gebruik palmolie moet beter
Het bedrijfsleven heeft nog een flinke weg te gaan als het gaat om het gebruik van duurzame palmolie, zegt het Wereld Natuur Fonds (WNF). De natuurorganisatie publiceerde vandaag een ranglijst die 130 supermarkten en levensmiddelenproducenten uit Europa, de VS, Australië, Japan en India vergelijkt. Minder dan de helft van de bedrijven is volledig overgeschakeld op palmolie uit een duurzame bron.
'Teleurstellend'
In de lijst staat ook een aantal Nederlandse bedrijven. WNF noemt de prestaties van de supermarktconcerns Superunie, C1000 en Jumbo/Super de Boer teleurstellend. Een uitzondering is Ahold, het moederbedrijf van Albert Heijn, dat tot de koplopers behoort op het gebied van verantwoorde palmolie.
Met de Nederlandse levensmiddelenproducenten is het beter gesteld. Remia en FrieslandCampina staan in de top-25. Unilever levert volgens WNF een topprestatie door als een van de grootste inkopers van palmolie in de wereld ruim 50 procent uit een duurzame bron te halen. Het bedrijf kondigde vandaag aan tegen het einde van 2014 alle ingekochte palmolie tot de productiebron te kunnen traceren.
Tempo
Palmolie is een belangrijke grondstof voor producten als margarine en brood, maar ook voor shampoo en lippenstift. Anders dan bij traditionale palmolieproductie wordt voor duurzame palmolie geen tropisch bos gekapt.
Vergeleken met het vorige WNF-onderzoek uit 2009 is door veel bedrijven vooruitgang geboekt. "Maar het tempo moet echt omhoog", zegt WNF-directeur Johan van de Gronden. "Doen ze dat niet, dan lopen ze de kans bij te dragen aan zaken als grootschalige ontbossing. Dat maakt hun producten voor de consument een stuk minder aantrekkelijk."