NOS NieuwsAangepast

Einde recessie, hoera op de beurs

Door redacteur Evert Kooij

Terwijl de economie nog met de naweeën zit van de crisis, beleven de beurzen gouden tijden. De Dow Jones Index, de belangrijkste graadmeter op Wall Street, bereikte gisteren zelfs de hoogste stand uit zijn geschiedenis. Vijf vragen over dit 'goede nieuws'.

Is dit een voorbode van economische voorspoed of wordt het een nieuwe zeepbel?

Historisch gezien geven de financiële markten aan hoe de economie zich in de toekomst zal ontwikkelen. Een beurscrisis is meestal een voorbode van een recessie. Omgekeerd geldt een beurshausse als een voorspelling van prettige economische tijden.

Niemand weet hoe het nu zal uitpakken, maar er zijn zorgen. De recessie is weliswaar (bijna) voorbij, maar de economie is nog kwetsbaar en van de groeicijfers kun je niet zeggen dat ze overtuigend zijn.

Waar komt de recordstand op Wall Street vandaan?

De Amerikaanse economie is na de recessie sneller op stoom gekomen dan die in Europa. In het derde kwartaal was de groei in de VS 2,8 procent. Dat wil niet zeggen dat het nu overal goed gaat, want de werkloosheid is hoog en veel Amerikanen hebben niet veel te besteden.

De groei is dan ook niet het gevolg van een gezonde economie, maar doordat de overheid miljarden dollars in de economie heeft gepompt. Doel is dat consumenten meer besteden en bedrijven meer investeren, maar dat gebeurt niet.

In plaats daarvan stroomt het geld in aandelen. Het resultaat is af te lezen aan de zogenoemde koers-winstverhouding. Op dit moment is de gemiddelde koers voor de 500 belangrijkste Amerikaanse beursfondsen opgelopen tot bijna 25 keer de winst van het betreffende aandeel. Sinds het uitbreken van de internetcrisis, begin deze eeuw, is dat niet zo hoog geweest.

Hoe gaat het met de AEX en andere beursgraadmeters?

Op alle financiële markten gaat het goed, maar niet zoals in New York. De AEX sloot vrijdag op 394 punten, ver boven het dieptepunt van minder dan 250 in 2008, maar ook ver verwijderd van de hoogste stand in 2000 (700 punten).

Net als in de meeste andere Europese landen kunnen beleggers niet onder de indruk zijn van de economische prestaties. In veel gevallen wordt in aandelen belegd bij gebrek aan beter. Het alternatief van sparen is namelijk niet aantrekkelijk; met de extreem lage rente valt daar geen droog brood aan te verdienen.

Deze week verlaagde de Europese Centrale Bank (ECB) het belangrijkste rentetarief nog verder naar slechts 0,25 procent. Niet uit luxe, maar om de matige economie een zet te geven. Door geld lenen goedkoper te maken, hoopt de bank in Frankfurt dat huishoudens en bedrijven het weer aandurven om te consumeren en te investeren.

De stap van de ECB betekent een aanhoudende druk op bijvoorbeeld de hypotheekrente. Daar staat tegenover dat het rendement op spaargeld nog verder afneemt en dat beleggers in de verleiding worden gebracht om te 'vluchten' in aandelen. Die worden intussen steeds duurder, maar de vraag is of ze dat waard zijn.

Nemen aandelenbeleggers te veel risico?

Dat zal de toekomst leren. Opmerkelijk is dat de aandelenkoersen het de afgelopen weken goed zijn blijven doen, terwijl de bedrijfsresultaten over het derde kwartaal over het algemeen niet uitbundig waren.

Tot nu toe konden Europa en de VS profiteren van de onstuimige groei in de 'opkomende economieën', maar in landen als Brazilië en India lopen de groeicijfers terug. In China was de groei in het tweede kwartaal 'slechts' 7,5 procent, het laagste cijfer in twintig jaar. Voor ondernemingen als Philips, AkzoNobel, DSM, Heineken en Unilever, is dit een zorg, vooral omdat de groei op de Europese thuismarkten nog niet is aangetrokken.

De renteverlaging in de eurozone is wat dat betreft een teken aan de wand. Het besluit werd volgens ECB-president Draghi vooral ingegeven door de lage inflatie. Daardoor is er volgens hem ruimte om de economie met een lage rente te stimuleren. Maar het omgekeerde is ook waar: de lage inflatie is een uiting van weinig bedrijvigheid als gevolg van voorzichtige consumenten en bedrijven en overheden die het zuiniger aan moeten doen.

"De eurozone moet langere tijd rekening houden met een lage inflatie", zei Draghi. Daarmee zegt hij met zo veel woorden dat de economie voorlopig in een lage versnelling blijft staan. Dat lijkt zich niet te weerspiegelen in de aandelenkoersen.

Hoe gaat het specifiek met Nederland?

Nederland is bij uitstek het voorbeeld van een land met geringe binnenlandse bestedingen. Tot nu toe houdt de export de vaart er nog een beetje in, terwijl het op de binnenlandse markt een kwestie van sukkelen blijft.

Meer dan elders in Europa is het consumentenvertrouwen in Nederland laag. De crisis op de huizenmarkt en de stijgende werkloosheid hebben huishoudens kopschuw gemaakt. Intussen stijgt volgens de laatste cijfers de werkloosheid nog steeds (in september 8,6 procent van de beroepsbevolking), maar minder dan eerder dit jaar.

Donderdag weten we meer, want dan maakt het CBS de cijfers over het derde kwartaal bekend. Volgens economen hangt het erom of Nederland het vorige kwartaal van krimp naar groei is gegaan. President Knot van De Nederlandsche Bank zei vorige maand dat hij het einde van de recessie ziet. De beurs heeft daar naar het lijkt een voorschot op genomen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl