Joop Alberda. Beroep: bondendokter

Joop Alberda gaat zich na het volleybal, roeien, wielrennen, voetbal en atletiek ook storten op het zwemmen. Hij is met de zwembond KNZB in gesprek over een functie als technisch directeur. Als die onderhandelingen slagen, wordt het voor Alberda de derde interim-klus in korte tijd. NOS Sport spreekt met Mark Emke (roeibond), Jan Willem Landré (Atletiekunie) en Alberda zelf over de werkwijze van Joop Alberda, de bondendokter.

Revolutie

Eind 2012 gaat Alberda enkele maanden aan de slag bij de roeibond. Na de teleurstellende Olympische Spelen van Londen is er behoefte aan verandering en Alberda zorgt voor een revolutie. Hij stelt Mark Emke en Nico Rienks aan als bondscoaches. Emke is een oude bekende van Alberda: "Ik ken hem sinds 2004. Toen was ik coach van de Holland Acht. Hij gaf mij het volledige vertrouwen dat ik dat moest gaan doen. Ik ben er toen vanuit de zijlijn opgezet. Dan heb je al een goede band met elkaar."

Dat er wat moest veranderen bij de roeibond is voor Emke duidelijk: "Ik denk dat het goed is dat er met Alberda een andere atmosfeer binnen het toproeien is gekomen. Die andere atmosfeer is wel nodig om goed te kunnen presteren."

Puntjes op de i

Bij de Atletiekunie hoeft Alberda geen revolutie te ontketenen. Algemeen directeur Jan Willem Landré zoekt eerder dit jaar iemand die de puntjes op de i kan zetten: "We zaten drie, vier maanden voor de wereldkampioenschappen van Moskou en wilden aan de inhoud van de topsportprogramma's niet veel veranderen. Die hebben de afgelopen jaren succes opgeleverd en daar hebben we alle vertrouwen in."

Alberda was dan ook niet het prototype van de bikkelharde interim-manager: "Het is echt een combinatie van 'soft on the person, hard on the matter'. Snel doordringen tot de kern en er geen doekjes om winden, maar wel altijd met respect voor de personen waar het om gaat."

Commitment

Alberda eist eind 2012 bij de roeibond volledige commitment van de coaches, zo vertelt Emke. "We hebben met het team een aantal sessies gehad. Twee dagen ergens in een huisje en dan heel veel dingen doorpraten. Er waren ook mensen die wel wilden coachen, maar niet het goede commitment hadden. Daar neemt hij dan keihard afscheid van. Of je doet het helemaal of je doet het niet."

Backing vocals

Joop Alberda komt niet uit de zwemwereld en mist dus kennis over die sport. Roeicoach Emke ziet daarin geen probleem: "Ik denk dat het voor hem niet zoveel uitmaakt. Hij moet zich er natuurlijk wel inwerken, maar hij heeft een goed oog voor de voorwaarden die je moet creëren. Dan hoef je niet precies te weten hoe je moet gaan zwemmen."

Bij de Atletiekunie zoekt Alberda snel naar een groep ervaringsdeskundigen. "Hij noemt het altijd zijn backing vocals. Bij ons waren dat Henk Kraayenhof, Peter Verlooy en Charles van Commenée. Zo wilde hij voorkomen dat hij de verkeerde richting insloeg," zegt directeur Landré van de Atletiekunie.

Reputatie en vertrouwen

Zelf heeft Alberda nooit de verwachting gehad in zoveel verschillende sporten een rol te spelen. "Dat overkomt me, gedeeltelijk dankzij het volleybalgoud bij de Spelen van 1996. Daarna is het balletje gaan rollen. Uiteindelijk hebben de sporters heel goed gepresteerd in alle domeinen waar ik geweest ben. Dan komt er een reputatie en vertrouwen en daar ben ik heel zuinig op."

"Bij de start heeft iedereen er veel vertrouwen in, maar het is de kunst om dat vertrouwen vast te houden. Daarbij zijn een goede communicatie en de bescherming van de sporters en coaches heel belangrijk."