Blok te streng voor top corporaties

Minister Blok van Wonen moet opnieuw bekijken hoe hij de topsalarissen bij woningcorporaties aan banden wil leggen. De rechtbank in Den Haag heeft geoordeeld dat hij niet zorgvuldig genoeg te werk is gegaan en dat de huidige regeling te streng is.

De Wet Normering Topinkomens bepaalt dat niemand in de (semi-) publieke sector meer dan 130 procent van een ministerssalaris mag verdienen. Dat komt neer op bijna 230.000 euro. Die grens geldt ook voor bestuurders van woningcorporaties en dat blijft zo.

Kleinere corporaties

Met een aanvullende regeling wilde Blok de topsalarissen voor bestuurders van kleinere corporaties verder beperken. Zo zou voor de kleinste corporaties (minder dan duizend woningen) een maximum van 60.000 euro gelden en voor een corporatie met bijvoorbeeld 20.000 woningen een limiet van 130.000 euro.

De verenigingen van bestuurders en toezichthouders van woningcorporaties stapten daarop naar de rechter. Volgens hen is de Wet Normering Topinkomens in strijd met internationale verdragen. De rechtbank gaat daar niet in mee.

Blok mag wel degelijk ingrijpen in de topinkomens, maar de manier waarop hij dat heeft gedaan kan volgens de rechtbank niet door de beugel.

Onevenredig hard getroffen

Volgens de rechtbank heeft Blok bij zijn normering onvoldoende meegewogen hoe zwaar het werk van de bestuurders is en hoe hoog hun huidige salaris is. Zittende topfunctionarissen worden daardoor onevenredig hard getroffen door de maatregel, zegt de rechter.

De woordvoerder van Blok zegt in een reactie dat de minister de uitspraak bestudeert en dat hij met een nieuwe regeling zal komen. Hoe die eruit gaat zien, is nog onbekend.

Uit onderzoek van de NOS bleek vorig jaar dat vooral bestuurders van kleine en van zeer grote woningcorporaties te veel verdienen. In totaal verdiende in 2010 ruim 40 procent van de bestuurders meer dan de norm die de corporaties zelf hadden vastgelegd in hun 'governancecode' uit 2007.