NOS WielrennenAangepast

Rasmussen: UCI hield me in Tour

Michael Rasmussen mocht de Tour de France van 2005 uitrijden, ondanks dat hij betrapt werd op dopinggebruik en ondanks dat de UCI én de Rabobank-ploeg hier van op de hoogte waren.

Dat beweert de Deen zelf in zijn biografie 'Gele Koorts', die begin november verschijnt. De Deense krant Politiken publiceerde woensdag enkele spraakmakende passages uit de biografie.

Rasmussen won in 2005 de bolletjestrui en een etappe in de Tour.

"Rabobank benaderd door UCI"

Rasmussen doet in zijn boek verslag van een incident tijdens de Tour de France van 2005. ''Op maandag was er een rustdag. We kregen bezoek van dopingcontroleurs en moesten bloed afstaan. We gingen naar buiten om te trainen. Toen we terugkwamen, vertelde ploegleider Frans Maassen dat hij benaderd was door de UCI. Ze hadden laten weten dat er een probleem was met één van de renners.''

Dat probleem bleek Rasmussen te zijn. ''Mijn hematocrietwaarde was in orde, 39 of 40 procent. Maar mijn reticulocyt (onvolgroeide rode bloedlichamen) was zeer laag. Bij een reticulocytwaarde van onder de 0,3 was het aan de ploeg om de renner terug te trekken uit de Tour. Als het lager was dan 0,25, dan kon de UCI dat doen. Bij mij was het 0,23. Ik moest naar huis.''

UCI wilde geen problemen voor de sport

Toch mocht Rasmussen in de Tour blijven. ''De UCI wilde geen onnodige problemen voor de sport. Rabobank was een grote sponsor die de sport veel gegeven had. Dokter Geert Leinders en dokter Mario Zorzoli, hoofd van de medische afdeling van de UCI, kwamen bijeen om de zaak te bespreken. Na afloop gebruikte Leinders de Nederlandse uitdrukking: Ze hebben boter op hun hoofd. Rabobank had een goede relatie met de UCI. Ze schikten het in de minne.'

''Riis van alles op de hoogte''

Rasmussen beweert verder dat ploegleider Bjarne Riis volledig op de hoogte was van het dopinggebruik onder zijn wielrenners. Volgens de Deen keek Riis zelfs toe hoe artsen hielpen met het toedienen van doping aan renners.

Rasmussen reed in 2001 en 2002 in dienst van CSC-Tiscali, waar Riis de scepter zwaaide. Daarna stapte de Deen over naar de Rabo-ploeg. Die zette hem in 2007, terwijl hij de gele trui droeg, uit de Tour de France omdat de Deen niet duidelijk was geweest over zijn 'whereabouts'. Begin dit jaar bekende Rasmussen zijn dope-gebruik op een persconferentie.

Sørensen gaf Rasmussen eerste aanzet

In zijn boek klapt de Deen ook uit de school over voormalig ploeggenoot Rolf Sørensen. Volgens Rasmussen was zijn landgenoot er verantwoordelijk voor dat hij ging gebruiken. Tijdens het WK in Portugal (2001) deelden de twee een hotelkamer. Sørensen zou zichzelf geïnjecteerd hebben met cortisonen. Het restant spoot hij vervolgens in bij Rasmussen met de mededeling: ''Welkom in de profwereld van het wielrennen.''

De Deense media houden nog wel een slag om de arm voor wat betreft de uitlatingen van Rasmussen. De oud-wielrenner hoopt namelijk te verdienen aan zijn levensverhaal. Daarnaast hebben Riis en Sørensen nog niet gereageerd op de aantijgingen.

Hamilton wees ook naar Riis

Eerder wees Tyler Hamilton in zijn biografie al met een beschuldigende vinger naar ploegleider Bjarne Riis. In zijn levensverhaal staat de passage: "Daarna gaf Bjarne me het telefoonnummer van de man die mijn leven de komende jaren zou bepalen: dokter Eufemiano Fuentes."

Rasmussen beschuldigt ook Hesjedal

In zijn boek zegt Rasmussen dat hij ook Giro-winnaar Ryder Hesjedal aan doping geholpen heeft. ''Ik leerde hem hoe hij het zichzelf toe moest dienen'', vertelt hij in de biografie. Volgens Rasmussen was dat in de mountainbike periode van Hesjedal. Samen met andere MTB-renners Seamus McGrath en Chris Sheppard trainden Rasmussen en Hesjedal in de Dolomieten. De Deen zou de Canadezen daar hebben geleerd hoe ze injecties moesten prepareren.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl