"Kunstwerken Kunsthal niet verbrand"

De hoofdverdachte in de zaak rond de roof uit de Kunsthal, heeft opnieuw gezegd dat de kunstwerken niet verbrand zijn. Volgens hoofdverdachte Radu Dogaru zijn de werken bij een handlanger. Dat heeft hij gezegd tijdens de rechtszaak over de diefstal.

Dogaru's moeder heeft de kunstwerken aan de handlanger meegegeven, zegt hij. Het adres waar de man vermoedelijk verblijft heeft Dogaru aan de rechters gegeven.

Eerder zei de moeder van Dogaru dat ze de werken had verbrand. Dat wordt ondersteund door forensisch bewijs, maar de vrouw trok haar bekentenis in. Ook Dogaru's advocaat zei eerder al dat de kunstwerken nog bestaan. Dogaru wilde de werken teruggeven en in ruil daarvoor zijn straf in Nederland uitzitten.

Dogaru zei in de rechtszaal: "De kunstwerken zijn absoluut niet verbrand. Mijn moeder heeft dat gezegd onder druk van het lange verhoor door de politie."

Kritiek op beveiliging

Andere verdachten in de zaak hebben aangeboden om de werken terug te bezorgen, maar daar is vooralsnog niets van terecht gekomen. Er loopt nog steeds een onderzoek van de Roemeense Justitie.

Dogaru had in zijn verhoor geen goed woord over voor de beveiliging van de Kunsthal: "Ik dacht eerst dat de schilderijen nep waren, omdat het zo makkelijk was om binnen te komen."

De hoofdverdachte vergeleek de Kunsthal met het Louvre, waar ze volgens hem echte beveiliging hebben.

Naar eigen zeggen heeft Dogaru de deur van het Rotterdamse museum met een schroevendraaier geopend, maar had hij dat ook zonder gereedschap gekund.

Bekentenis

Tijdens de zitting hebben vier verdachten de roof bekend. Ze hadden dat al aangekondigd tijdens de zitting op 9 september. Alleen de moeder van Dogaru trok haar bekentenis in, omdat er nog een onderzoek loopt naar het verdwijnen van de schilderijen na de diefstal.

De rechtszaak gaat op 19 november verder.