Zelfmoord indianen door ontbossing

Survival International slaat alarm over het hoge aantal zelfmoorden onder de Guaraní, een inheemse bevolkingsgroep in het Amazone-regenwoud in Brazilië. De aantallen zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Survival International zet zich in voor de mensenrechten van inheemse bevolkingsgroepen.

Minstens één keer per week pleegt een lid van de Guaraní-stam zelfmoord. Het volk, zo'n 46.000 mensen groot, is tot wanhoop gedreven. Ze zijn een groot deel van hun oorspronkelijk land kwijtgeraakt door ontbossing.

Vooral jonge Guaraní beroven zich van het leven. Volgens Survival International gaat het in 85 procent van de gevallen om jongeren tussen 15 en 29 jaar oud. Er zou zelfs een kind van 9 jaar zelfmoord hebben gepleegd. De kans dat een een Guaraní zelfmoord pleegt is 34 keer hoger dan het gemiddelde in Brazilië.

Gebroken mensen

Veel Guaraní wonen in slechte omstandigheden in reservaten. In de Britse krant The Guardian legt mensenrechtenadvocaat Mary Nolan uit dat het voor Guaraní moeilijk te verwerken is dat ze verdreven worden van hun land. "Voor de Guaraní voelt het alsof hun verbinding met het universum is doorgesneden. Ze voelen zich gebroken mensen."

Vorige week kondigde minister Ploumen aan uitleg te zullen vragen bij Nederlandse financiële instellingen die investeren in een bedrijf dat in Brazilië op grote schaal suikerriet opkoopt. Voor de productie van suikerriet, dat wordt gebruikt voor de productie van biobrandstoffen, worden grote stukken regenwoud ontbost.