"Ga je te diep, dan ben je de sjaak"
De ploegentijdrit is misschien wel de moeilijkste discipline binnen het wegwielrennen. Bij de WK in Italië moeten de ploegen zondag ruim 57 kilometer afleggen, waarin het opzoeken van de eigen limiet centraal staat.
De Nederlandse ploeg Argos-Shimano maakte dit jaar nog weinig indruk in de ploegentijdrit, maar Tom Dumoulin hoopt dat zijn formatie in Florence kan verrassen.
Wie het dit jaar over Argos-Shimano heeft, praat namelijk vooral over de imposante sprinttrein die de Duitser Marcel Kittel in de Tour aan vier ritzeges hielp. Tijdens de ploegentijdrit in diezelfde ronde eindigde Argos als laatste en in de Vuelta wist de ploeg alleen Cofidis achter zich te houden.
Resultaten zeggen niet alles
Die resultaten zeggen niet alles, meent de 22-jarige Dumoulin. "In de Tour reden we vooral om bij elkaar te blijven en energie te sparen. Of je dan 22ste of 16de wordt, maakt dan ook niet veel uit. Bovendien is een ploegentijdrit eigenlijk niet te vergelijken met een sprinttrein, waarin het vooral om explosiviteit gaat. De tijdrit draait om vermogen en aerodynamica."
In Florence is Argos met de zes sterkste tijdrijders op stap. Naast Dumoulin starten Ramon Sinkeldam, de Australiër Will Clarke, de Duitser Patrick Gretsch, de Zuid-Afrikaan Reinardt Janse van Rensburg en de Zweed Tobias Ludvigsson.
Dumoulin pakt eerste meters
Dumoulin is de man die namens Argos het geheel in gang moet trekken. Hij neemt de eerste meters voor zijn rekening. "Daarna is het een kwestie van kijken hoe je je voelt", legt Dumoulin uit. "Wie zich beter voelt doet een beurt van een minuut, wie minder is rijdt 20 seconden op kop."
Het juiste recept voor succes in de ploegentijdrit is volgens Dumoulin dat je jezelf op kop net niet kapot rijdt. "Je moet jezelf niet opblazen. Je moet zo lang mogelijk met zijn zessen blijven. Dan heb je meer hersteltijd. Als je te diep gaat, ben je de sjaak. Dan pik je achterin veel moeilijker in."
Echt herstellen zit er bovendien niet in, want een beurt overslaan is volgens Dumoulin niet mogelijk. "In principe is het dan over. Ik heb nog nooit iemand 2 kilometer achteraan zien fietsen en dan weer mee zien doen."
Doelstelling is toptien
Argos heeft na de achttiende plek van vorig jaar de ambitieuze doelstelling om in de toptien te eindigen. "Ik denk wel dat dat reëel is", stelt de Limburger gedurfd vast. "Vorig jaar viel ons resultaat tegen, maar we hebben er allemaal een jaartje ervaring bij. Bovendien is het parcours grotendeels vlak en dat is wel in ons voordeel. We hebben zes grote en sterke kerels, dus ik zit in ieder geval mooi uit de wind."