Worstelen "gered", squashers boos
Het besluit van het IOC om worstelen te handhaven als sport op de Olympisch Spelen is volgens bondscoach Michel Krauth de redding voor het worstelen. "Als worstelen van het olympisch programma zou zijn verdwenen, had ik de sport nog vier jaar gegeven. De Olympische Spelen zijn namelijk de basis voor onze sport'', aldus Krauth.
De internationale bond FILA heeft volgens hem goed ingespeeld op de eisen van het IOC, die in februari nog voorstelde worstelen vanaf 2020 te verbannen van de spelen. "Het was verstandig om de voorzitter van de internationale bond te vervangen en het vrouwenworstelen gelijk te stellen aan de mannen. Nu zijn er zes gewichtsklassen bij de vrouwen, evenveel als bij de mannen. Ook is de onafhankelijkheid van de scheidsrechters beter geregeld, een heel goede zaak.''
Ook voor de worstelsport in Nederland is het positieve besluit van IOC van levensbelang. "We zijn een kleine sport, maar er is wel talent. We hadden twee deelnemers bij de Europese jeugdkampioenschappen. Zij hebben nu een doel om door te gaan, want de Olympische Spelen zijn voor worstelaars het hoogst haalbare."
"Een wielrenner kan nog kiezen voor de Tour de France en een voetballer voor het WK, maar voor een worstelaar telt alleen de Olympische Spelen'', zegt Krauth.
"Onbegrijpelijk"
De opluchting bij het worstelen staat in contrast met het onbegrip en de grote teleurstelling bij de Nederlandse squashbond. Met honkbal/softbal was ook squash kandidaat voor die felbegeerde positie.
"Het is voor de squashwereld volstrekt onbegrijpelijk en moeilijk uit te leggen dat onze sport niet wordt toegelaten tot de Olympische Spelen", liet voorzitter Hans Arends getergd weten. "Vanwege de enorme investeringen ligt een nieuw olympisch bid voor 2024 niet in de lijn der verwachting. De droom van onze talenten is ruw verstoord."
Niettemin blijft Arends ook zonder het olympische predicaat positief over de toekomst. "Squash heeft altijd uit zichzelf de kracht gevonden om verder te groeien en te vernieuwen en daar gaan wij gewoon mee door."
Honkbal kan zonder Spelen
Voor technisch directeur Robert Eenhoorn van de Nederlandse honkbalbond kwam de afwijzing van zijn sport voor het olympisch programma niet als een zeer pijnlijke verrassing. "Maar het is al met al toch best wel even een teleurstelling."
"Zo'n stemming is altijd weer een spannend moment. Ik weet nog niet precies wat de argumenten van het IOC zijn om ons niet toe te laten. Daar zullen we en kunnen we dan internationaal wat aan gaan doen. Maar ja, zo'n beslissing heeft ook wel wat met politiek te maken natuurlijk."
Volgens Eenhoorn, als speler en als coach in totaal vier keer actief tijdens de Olympische Spelen, zal het honkbal in Nederland door het negatieve besluit in Buenos Aires niet in verval raken. "Na Peking 2008 verloren we de olympische status, maar zijn we met het Nederlands team alleen maar beter gaan presteren. Samen met het hockey zijn we al jaren de best presterende teamsport in ons land. Die waarde heeft het honkbal en zal het in Nederland ook wel voorlopig houden."