PvdA met weinig liefde achter JSF
Door politiek verslaggever Wilco Boom
Zou oud-partijleider en premier Wim Kok dan met terugwerkende kracht alsnog het gelijk aan zijn kant te krijgen? In 2002 besloot zijn laatste kabinet mee te doen aan de ontwikkeling van de Joint Strike Fighter door de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed Martin. Kok zei bij die gelegenheid: "Het is wel zo dat, naar de mate waarin je langer deelneemt in de ontwikkeling, dan ligt die aankoop van dat vliegtuig natuurlijk ook in de rede".
Zo dacht lang niet iedereen in de partij er over. Van meet af aan heeft de PvdA met de JSF geworsteld. Al tijdens het premierschap van Kok vreesde de fractie dat meedoen aan die ontwikkelingsfase lang niet zo veel tegen-orders en banen zou opleveren als het kabinet destijds voorspiegelde. En er was de angst dat het een bodemloze put zou worden. Het toen nog jonge en onervaren Kamerlid Frans Timmermans, nu minister van Buitenlandse Zaken, zei destijds: "te veel risico's voor de belastingbetaler".
Bonnetje bewaren
Kok verdween in 2002 uit de politiek, na de val van zijn kabinet. De partij kwam in de oppositie terecht en keerde zich tegen de JSF. Wachten tot vervanging van de F16 echt nodig is en dan kopen van de plank - dat werd het credo bij de PvdA.
Tot die partij in 2007 weer ging meeregeren. Toen stemden de sociaal-democraten in met de aanschaf van een eerste testtoestel. "Ik zou het bonnetje maar bewaren", sneerde D66 leider Alexander Pechtold. Na de val van Balkenende/Bos, in 2010, werd de PvdA weer tot de oppositiebanken veroordeeld. Rutte 1 besloot een tweede testtoestel te kopen, met steun van Geert Wilders' PVV. De PvdA stemde, heel verrassend, toen weer tegen.
Schepje bovenop
Kort voor de verkiezingen van 2012 deed de PvdA er nog een schepje bovenop. Samen met de SP diende ze een motie in om te stoppen met het JSF-project. "De PvdA stapt uit het JSF-programma, we stappen uit de JSF", zei Kamerlid Angelien Eijsink. Belangrijk argument was de onvoorspelbaarheid van de kosten. Uit de VS kwamen voortdurend berichten over financiële en technische tegenvallers bij de ontwikkeling van de straaljager.
Maar nu, na het aantreden van het tweede kabinet Rutte, gaat het toch weer de kant van kopen op. In de formatie spraken VVD en PvdA af dat ze dit jaar de knoop zouden doorhakken. De Rekenkamer kreeg opdracht een onderzoek in te stellen naar de financiële consequenties want die bleken volstrekt onduidelijk. En het kabinet zou komen met een heuse Toekomstvisie voor de krijgsmacht, waar de keuze voor een bijpassende straaljager naadloos uit zou voortvloeien.
Veelzijdig inzetbaar
Achter de schermen heeft de PvdA sindsdien met enige tegenzin geconcludeerd dat die vermaledijde JSF toch het beste toestel voor de beste prijs lijkt te zijn. Het meest flexibel, dus veelzijdig inzetbaar. En daarom uiterst geschikt voor een land dat zich maar één type straaljager kan permitteren en niet meerdere zoals de VS.
Ook zou Lockheed eindelijk de kosten onder controle hebben, dankzij keiharde druk van het Pentagon. Liever hadden ze een ander merk gekocht, de Eurofighter bijvoorbeeld of de Saab Gripen uit Zweden. Dat was beter uit te leggen geweest, na al die weerstand in de afgelopen jaren. "Maar de concurrentie heeft geen been bij weten te trekken. We zitten gewoon klem", zegt een betrokkene.
Luchtmacht afschaffen
Het enige alternatief is volgens verschillende partijbronnen géén andere straaljager kopen en dus de luchtmacht afschaffen. Maar dan kunnen er ook geen missies meer uitgezonden worden, want die krijgen altijd eigen luchtsteun.
De tegenargumenten zijn dus op. En zo zijn de geesten in de PvdA na elf jaar toch rijp geworden voor de aanschaf van de JSF. Eerst moet het kabinet een besluit nemen. Dat wordt nog deze maand verwacht. En als de Rekenkamer niet onverwacht concludeert dat het echt te duur is, zal de fractie er vervolgens mee instemmen. Krijgt Wim Kok toch gelijk.