Onderwijs peuters niet goed genoeg

De kwaliteit van het onderwijs voor peuters en kleuters met een taalachterstand moet beter. Maar ongeveer de helft van de voor- en vroegscholen scoort een voldoende in een onderzoek van de Onderwijsinspectie.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het onderwijs aan kinderen met een taalachterstand, maar vaak hebben ze niet goed op papier staan wat het beleid precies is en hoe resultaten gemeten worden.

Ook weten ze niet zeker of ze wel de juiste kinderen bereiken. 60 tot 85 procent van de gemeenten moet betere afspraken maken met de scholen, vindt de Onderwijsinspectie.

Consultatiebureau

Meestal bepaalt het consultatiebureau of een kind extra onderwijs nodig heeft. Vroeg- en voorschoolse educatie is voor kinderen van 2,5 tot 6 jaar en wordt aangeboden op peuterspeelzalen, kinderopvang en groep 1 en 2 op de basisschool.

Gisteren kondigde de gemeente Amsterdam aan dat zij kinderen vanaf 2,5 jaar al naar school willen sturen. Op tien scholen begint de gemeente met een proef voor kinderen met en zonder achterstand. In de nieuwe opzet worden voorschool, peuterspeelzaal en kinderopvang samengevoegd.

Staatssecretaris Dekker schrijft aan de Tweede Kamer dat "er nog veel valt te verbeteren" aan het voorschoolse onderwijs. Hij wil dat er in 2015 geen kinderen meer tussen wal en schip vallen en zal daarom in kaart laten brengen welke gemeenten nog geen contact hebben met consultatiebureaus. Er moeten nog dit jaar afspraken tussen alle betrokkenen op papier komen.