Amnesty beschuldigt leger Egypte
Het Egyptische leger heeft op 5 juli niet ingegrepen toen koptische christenen werden aangevallen door woedende moslims. De militairen keken toe toen de kopten in handen vielen van de moslims, schrijft Amnesty International in een rapport over de aanval waarbij vier doden vielen.
De meute verzamelde zich toen het lijk van een moslim was gevonden in de buurt van huizen van kopten in een stad 8 kilometer ten westen van Luxor. Koptische leiders riepen de hulp in van de politie en het leger, maar die deden zo goed als niets.
Het geweld hield 18 uur aan. Honderd huizen van christenen werden aangevallen, geplunderd en in sommige gevallen in brand gestoken.
Smeekbedes
In één geval evacueerde de politie vrouwen en kinderen uit een woning, maar op smeekbedes om ook zeven mannen en jongens te redden ging de politie volgens Amnesty niet in. Vier van de zeven werden doodgeslagen; de andere drie raakten gewond.
In de nasleep zijn 18 Egyptenaren opgepakt voor geweldpleging. Amnesty vraagt de autoriteiten in Egypte om een grondig onderzoek.
Zes gevallen
Twee dagen voor de gebeurtenis bij Luxor was president Morsi afgezet. Amnesty heeft de laatste maanden van het bewind van Morsi zes gevallen van massale geweldpleging tegen kopten genoteerd.