"Verbaasd dat het zo goed ging"

Bauke Mollema reageerde opgelucht na de negentiende etappe in de Tour de France. "Ik was verbaasd dat het nog zo goed ging." Er was enige onzekerheid of de kopman van Belkin wel zou starten.

De Groninger was ziek, zakte een dag eerder door het ijs op de Alpe d'Huez, maar verscheen toch aan de start.

De Nederlander moest op de slotklim naar Le Grand Bornand even lossen, maar keerde in de afdaling terug in de groep met favorieten. Daarmee behield hij zijn zesde plek in het algemeen klassement.

Zware dag

"Het was een hele zware dag. Vanochtend had ik niet gedacht dat ik nu nog zesde zou staan. Zo slecht voelde ik mij gisteravond."

Vanuit de start ging het richting Col du Glandon, net als de daaropvolgende Col de la Madeleine een beklimming van de buitencategorie.

Gelukkig voor Mollema, deden de favorieten in het klassement het rustig aan op die eerste twee cols.

"Ik was echt blij dat het die eerste twee beklimmingen een beetje rustig ging. Een paar cafeïne-gelletjes genomen en toen ging het eigenlijk wel weer. Ik was verbaasd dat het nog zo goed ging."

"Kans groter dat ik af zou stappen"

Na de achttiende etappe, waarin hij meerdere minuten verloor en van de vierde naar de zesde plaats zakte in het algemeen klassement, gaf Mollema zichzelf weinig kans dat hij het vrijdag zo goed zou doen.

"Zo als ik mij gisteravond voelde, dacht ik dat de kans groter was dat ik vandaag af zou stappen dan dat ik nog zesde zou staan."

Zesde plaats behouden

Met nog een zware bergetappe voor de boeg en een bijna herstelde Mollema, richt de Groninger zijn pijlen op het behoud van zijn klassering.

"Daar ga ik nu zeker voor. Normaal gesproken zal het morgen nog wat beter gaan, hoop ik tenminste. Ik hoop dat ik nu het ergste achter de rug heb."