Oud-infiltrant: trap er niet in

Door redacteur politie en justitie Ilan Sluis

Politie en justitie mogen van het kabinet weer criminelen voor opsporingsdoeleinden gaan inzetten. Zo'n infiltrant is voor justitie wellicht een mooi middel, maar de consequenties voor de infiltrant kunnen enorm zijn.

Justitie heeft ervaring met infiltranten. Een van hen was 'de coureur'. Hij was infiltrant tijdens de IRT-affaire, begin jaren 90. De coureur was van oorsprong geen crimineel, maar eigenaar van een aantal transportbedrijfjes.

Hoge bedrijfskosten

Hij werd aangezocht om partijen softdrugs voor een crimineel in te voeren via de Rotterdamse haven. Tienduizenden kilo's werden 'gecontroleerd' Nederland ingelaten. De coureur verdiende er miljoenen aan. "Maar het kostte ook veel. Dure auto's, dure klokjes. De bedrijfskosten waren hoog", zegt hij nu.

Maar toen de IRT-affaire naar buiten kwam en zijn rol was uitgespeeld, raakte hij in de problemen, maatschappelijk en psychisch. In de nasleep van de affaire werd zijn identiteit bekend. Criminelen zien hem als verrader. "Als iemand op een motor met integraalhelm voorbijrijdt, krijg ik het al benauwd", zegt hij.

Beveiligingskosten

De nasleep trok ook financieel een wissel op de coureur. Van de vele miljoenen die hij aan de drugstransporten verdiende, waren toen hij stopte nog maar enkele tonnen over. Die heeft hij de afgelopen jaren voornamelijk zien opgaan aan beveiligings- en advocaatkosten.

Nu de plannen van Opstelten in het nieuws zijn, heeft hij eigenlijk maar één waarschuwing voor wie met het idee speelt infiltrant te worden, crimineel of niet. "Trap er nooit in", zegt hij. "Justitie laat je vallen als ze je niet meer nodig heeft en geeft niet thuis als je hulp nodig hebt. En je kunt nooit de totale consequenties overzien voordat je er in stapt."