Inzet burgerinfiltrant mag weer

Politie en justitie mogen onder strenge voorwaarden weer gebruik maken van criminele burgerinfiltranten. Het kabinet is akkoord gegaan met een voorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie. Ook krijgt het Openbaar Ministerie meer mogelijkheden om afspraken te maken met criminelen in ruil voor het afleggen van verklaringen.

De criminele burgerinfiltrant is een omstreden opsporingsmiddel, bekend van bijvoorbeeld de IRT-affaire uit de jaren 90. Infiltranten lieten toen, met medeweten van de politie, grote partijen drugs door. Daarna is de inzet van deze infiltranten verboden.

Gesloten bendes

Het kabinet wil nu toch criminele burgerinfiltranten kunnen inzetten, omdat met de huidige opsporingsmethoden criminele bendes onvoldoende kunnen worden aangepakt. Volgens justitie is er sprake van zeer gesloten bendes, die gebruik maken van geavanceerde technieken. Ook bedreigen en intimideren ze getuigen en ambtenaren.

"Met traditionele opsporingsmethoden is het voor politie en justitie in deze gevallen soms onmogelijk om het benodigde bewijsmateriaal te verkrijgen," aldus Opstelten.

Kroongetuigen

VVD en PvdA pleiten er al langer voor om in uitzonderlijke gevallen kroongetuigen in te zetten als burgerinfiltrant. PvdA-Kamerlid Recourt zei in januari: "We doen de samenleving recht als we er een zaak mee oplossen die je anders niet opgelost krijgt".

De inzet van de criminele infiltranten mag alleen onder strikte voorwaarden in uitzonderlijke gevallen. Er moeten schriftelijke afspraken worden gemaakt en de infiltranten mogen niet voor lange tijd worden ingezet.