NOS NieuwsAangepast

Vraag & antwoord pensioendiscussie

De Eerste Kamer debatteert vandaag over de omstreden pensioenplannen van het kabinet. De regeringspartijen VVD en PvdA hebben daar geen meerderheid. Het is dus maar de vraag of de voorstellen gesteund gaan worden. Ook de bonden en werkgevers hebben moeite met de versobering van de pensioenen. Maar waar gaat deze ingewikkelde discussie simpel gezegd over? De pensioendiscussie in vraag en antwoord:

Wat heeft de politiek met de opbouw van de pensioenen te maken?

De politiek heeft in het verleden regelingen bedacht waardoor burgers over het pensioen dat ze tijdens hun werkende leven opbouwen minder belasting hoeven te betalen. Het idee erachter was om burgers te belonen voor het sparen voor hun pensioen en meer burgers aan het pensioensparen te krijgen.

Waaruit bestaat het belastingvoordeel op de opbouw van een pensioen?

Het belastingvoordeel bestaat uit twee delen: een werknemer betaalt geen belasting over de pensioenpremie die hij elk jaar inlegt. En de werknemer betaalt gedurende al die jaren geen 'vermogensbelasting' over de opgebouwde 'pensioenpot'. De belastingdienst brengt pas voor het eerst een belastingheffing in rekening als het pensioen wordt uitgekeerd.

Wat is het 'Witteveenkader'?

Mr D. Witteveen heeft in de jaren 90 voor PvdA-staatssecretaris Vermeend en VVD-staatssecretaris Linschoten onderzocht hoe de overheid met pensioenopbouw van werknemers zou moeten omgaan en hoe daar belasting over geheven moet worden. Bij het opbouwen van een gemiddeld pensioen gaat men uit van 40 werkjaren en een pensioen van 70 procent van het loon. Nu mag je ongeveer 2 procent per jaar belastingvrij sparen voor je pensioen. Na 40 jaar zit je dan ongeveer op 80 procent van je loon. Het Witteveenkader is de naam geworden van de wet die bepaalt hoe groot jaarlijks het belastingvoordeel is.

Wat hebben VVD en PvdA afgesproken in het regeerakkoord over de pensioenen?

Door het belastingvoordeel bij de opbouw van pensioenen loopt de overheid belastinginkomsten mis: tientallen miljarden euro's per jaar. VVD en PvdA willen een streep halen door een deel van het belastingvoordeel, zodat er meer belasting in de schatkist terechtkomt. Ze willen naar een percentage van 1,75 procent belastingvrij sparen voor werknemers met een middelloonpensioen. En mensen die meer dan 100.000 euro gaan verdienen kunnen niet meer belastingvrij voor hun pensioen sparen. Dit moet 3 miljard euro opleveren.

Waarom vinden de vakbonden deze plannen slecht?

Volgens de vakbonden kloppen de berekeningen van het kabinet niet. Ze zijn bang dat de pensioenen in de toekomst te laag zullen zijn zodat mensen er niet goed van rondkomen.

Daarom stuurden ze bij het sluiten van het Sociaal Akkoord aan op een verzachting van de kabinetsplannen. In het sociaal akkoord spraken de bonden, de werkgevers en het kabinet af dat werknemers 1,85 procent belastingvrij mogen sparen, in plaats van 1,75 procent.

De Raad van State vindt deze aanpassing van de plannen slecht, waarom?

De wijzigingen die het kabinet voorstelt moeten steeds uitgevoerd en gecontroleerd worden door ambtenaren en pensioenfondsen. Dat werk kost een hoop geld en daarmee zou het kabinet zijn doel deels voorbij kunnen schieten.

De Raad van State vindt ook dat het kabinet de gevolgen van plannen niet goed heeft uitgewerkt. Het is helemaal niet duidelijk hoeveel pensioen mensen van verschillende leeftijden en met verschillende inkomens in de loop van tientallen jaren zullen opbouwen.

De conclusie is dat het rendement van de plannen volgens de Raad van State zeer klein is. En omdat het betalen van de pensioenpremies verplicht is en werknemers afhankelijk zijn van de overheid en pensioenfondsen , vindt de Raad van State het niet verantwoord "uit een oogpunt van goed vermogensbeheer".

Waarom wil het kabinet toch door ondanks deze kritiek?

Het kabinet houdt rekening met een opbrengst van 3 miljard euro. De pensioenplannen schrappen betekent dus het zoeken naar andere inkomsten of het vinden van een nieuwe bezuiniging. Elke 0,1 procent extra op de belastingvrije pensioenopbouw van 1,75 procent scheelt de Belastingdienst 600 miljoen euro aan inkomsten.

Waarom gaat het kabinet er van uit dat de pensioenpremies omlaag gaan?

Dat is niet duidelijk en volgens critici als de Raad van State is die aanname nergens op gebaseerd. Het kabinet gaat uit van de redenatie: als je spaart voor minder pensioen (1,75% per jaar in plaats van 2,15%), dan kan de pensioenpremie ook omlaag.

Maar niet het kabinet maar de pensioenfondsen gaan over de hoogte van de premie. En dat kan per pensioenfonds verschillen. Sommige fondsen hebben de premie hard nodig, andere fondsen beleggen met risico en kunnen de premie laag houden. Weer andere fondsen houden het liever veilig, maar halen een laag beleggingsrendement. Dan is er meer premie nodig.

Rekenvoorbeeld

Je verdient 33.000 euro per jaar. Bij het oude percentage van 2,15% mag je dan maximaal 425 euro aan pensioen sparen. (Loonbedrag 33.000 euro minus franchisebedrag van 13.227 maal 2,15%.) 425 euro is het bedrag dat je vanaf het moment dat je met pensioen gaat elke maand krijgt naast de AOW. Bij de plannen uit het regeerakkoord met een percentage van 1,75% is dat 346 euro.

De vraag is hoeveel premie je de komende jaren moet inleggen om op je pensioenleeftijd 346 euro te krijgen. Daar gaan de individuele pensioenfondsbesturen in overleg met de vakbonden over. De afspraken over de hoogte van de pensioenpremie kunnen dus per bedrijf, sector en pensioenfonds verschillen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl