Bedrijf niet vervolgd voor bouw muur

Het Openbaar Ministerie gaat het kraanverhuurbedrijf Lima Holding toch niet vervolgen voor betrokkenheid bij de bouw van de Israëlische afscheidingsmuur op de Westelijke Jordaanoever.

Volgens het OM is de medewerking aan deze projecten weliswaar waarschijnlijk strafbaar omdat het internationaal humanitair recht is geschonden, maar is vervolging "niet opportuun".

Een proces dat nadelige consequenties kon hebben voor de relatie tussen Nederland en Israël is daarmee van de baan.

Vaker in opspraak

Advocate Liesbeth Zegveld deed namens de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al Haq in 2009 en 2010 aangifte tegen Lima Holding. Ze deed dat nadat uit foto's en videobeelden was gebleken dat hijskranen van dochterbedrijf Riwal waren gebruikt bij de bouw van de omstreden afscheidingsmuur. Ook bij bouwactiviteiten op een industrieterrein bij een Joodse nederzetting in bezet gebied was Lima actief.

Al eerder was het bedrijf in opspraak gekomen door betrokkenheid bij de bouw van de muur. In 2006 werd het bedrijf hierop aangesproken door het ministerie van Economische Zaken. Lima Holding beloofde beterschap, maar in 2007 en 2009 werden opnieuw kranen van Lima-dochter Riwal bij de bouwactiviteiten gesignaleerd.

In oktober 2010 deed de Nationale Recherche een inval bij de vestiging in Dordrecht. Daarbij werd de administratie in beslag genomen.

Beperkte bijdrage

Hoewel Lima Holding de waarschuwingen van Economische Zaken in de wind sloeg, ziet het OM er toch van af om het bedrijf voor de rechter te brengen. Volgens het OM is de bijdrage aan de bouw beperkt gebleven. Ook heeft het bedrijf na de aangifte haar activiteiten in Israël afgestoten, waardoor de kans op herhaling gering zou zijn.

Bij de overwegingen om de aangifte te seponeren speelt ook de media-aandacht mee die het bedrijf heeft gekregen.

Teleurstelling

Volgens het OM zou een proces alleen mogelijk zijn na nog meer onderzoek, dat veel beslag zou leggen op de capaciteit van politie en justitie. De kans dat Israël meewerkt aan het onderzoek lijkt ook niet groot.

Mensenrechtenorganisatie Al Haq is teleurgesteld. Volgens Al Haq heeft de muur Palestijnse gemeenschappen uit elkaar gedreven en is er door de muur landbouwgrond verloren gegaan waarvan lokale Palestijnen financieel afhankelijk waren.