Dyslexie is handel
Door onderwijs-redacteur Josephine Truijman en research-redacteur Bas de Vries
Dyslexie is in Nederland een groeimarkt. Op middelbare scholen deed in 2009 gemiddeld 14 procent van de leerlingen eindexamen met een dyslexieverklaring. Op het vmbo was dat zelfs 19 procent. Zo'n verklaring kost weliswaar 800 tot 1500 euro, maar het voordeel is dat er een aangepast eindexamen wordt gedaan.
Met de behandeling van ernstige dyslexie bij kinderen in de basisschoolleeftijd is nog meer geld gemoeid. Premiegeld om precies te zijn; sinds 2009 wordt de behandeling vergoed uit de basisverzekering. Wetenschappers hebben berekend dat de kinderen in kwestie 40 tot 60 behandelingen van een uur nodig hebben om hun lezen en spellen op het maximaal haalbare niveau te krijgen. Dat betekent dat er per kind in anderhalf jaar tijd zo'n 5000 tot 6000 euro wordt uitgegeven.
Geen plafonds
"Dyslexie is handel", concludeert emeritus hoogleraar orthopedagogiek Aryan van der Leij. Probleem is volgens hem dat er geen plafonds zijn vastgesteld. Daardoor kon er de afgelopen jaren tientallen miljoenen meer worden uitgegeven dan was begroot.
Ingewijden noemen het typerend dat grote investeerders in de nieuwe dyslexiemarkt zijn gestapt. Zo kocht de Haagse investeringsmaatschappij Ecart een aandeel in Giralis, een bureau voor onder meer dyslexiebehandeling. Participatiemaatschappij Holland Venture heeft een meerderheidsbelang in Opdidakt, dat vooral in Brabant actief is.
Verbaasd
Ziektekostenverzekeraars VGZ en CZ doen nu onafhankelijk van elkaar onderzoek naar de oorzaken van de forse kostenoverschrijdingen, in overleg met onder meer het Kwaliteitsinstituut Dyslexie. Volgens het Steunpunt Dyslexie van oudervereniging Balans kwamen die overschrijdingen het afgelopen jaar uit op zeker 40 miljoen meer uitgegeven dan was begroot. Als dat klopt, dan gaat het alleen al bij VGZ al om zo'n 10 miljoen euro.
De verzekeraars hebben ook wel reden om verbaasd te zijn, want het gaat hier om een afgebakende groep kinderen. Zo'n vier procent van hen kampt met ernstige dyslexie, zeggen alle onderzoeken. Grofweg één kind per klas dus, al is er altijd discussie mogelijk over wat nu precies "ernstig" is.
Grens
CZ denkt al een van de oorzaken op het spoor te zijn: sommige bureaus gaan -tegen de afspraken van de eigen beroepsgroep in- over de grens van 60 behandelingen heen. Door een merkwaardige systematiek wordt daarna tot wel twee keer zoveel uitbetaald voor de zorg.
Volgens directeur Ellen Loykens van Molendrift in Groningen -volgens het Kwaliteitsinstituut Dyslexie een van de bureaus waar niets op aan te merken is- kunnen er ook andere oorzaken zijn. Op papier zijn de drempels hoog, maar het is volgens haar niet uitgesloten dat er toch meer kinderen worden toegelaten dan gerechtvaardigd is.
Bovendien kunnen er ook goede redenen zijn om (net) over de urengrens heen te gaan, zegt Loykens. "Bijvoorbeeld als er veel overleg is geweest met de school in kwestie. Ik heb dat ook wel eens meegemaakt. Dat betekent niet dat je te kwader trouw bent."
Kinderziektes
In de ogen van Loykens is het belangrijk dat fouten in de dyslexieregeling snel worden hersteld. "Alleen al om te voorkomen dat de regeling zelf ter discussie komt te staan. Daarvoor is deze zorg voor deze kinderen te belangrijk. Dit soort kinderziektes zag je bijvoorbeeld ook in het begin bij de fysiotherapie; het is niet ongebruikelijk dat daar nog aan moet worden geschaafd."
Balans, de oudervereniging voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis: "Ouders en hun kinderen hebben er geen belang bij dat behandelingen worden uitgevoerd bij kinderen die geen dyslexie hebben, of dat de behandelingen langer duurt dan nodig is. Als het dyslexiebudget stelselmatig wordt overschreden, lopen we met z'n allen het risico dat de vergoedingsregeling voor ernstige enkelvoudige dyslexie wordt stopgezet. De behandelaren moeten zich aan hun protocol houden."
Dat protocol van de beroepsgroep wordt binnenkort overigens aangescherpt. Er komt een harde grens voor het aantal behandelingen per kind.
De onderzoeken van CZ en VGZ moeten voor de zomer klaar zijn, net als een onderzoek van het ministerie zelf. Opvallend is dat VGZ zelf ook heeft geïnvesteerd in de sector: de verzekeraar is de grootste aandeelhouder in het Regionaal Instituut Dyslexie, met dertien vestigingen van Assen tot Maastricht. Volgens de verzekeraar is dat echter niet gebeurd om geld te verdienen. "Met investeringen zoals deze willen we innovatie in de zorg mogelijk maken. Bovendien: VGZ is een coöperatie, we zijn er sowieso niet om winst te maken."