Geld voor slachtoffers Van Anraat

Zakenman Frans van Anraat moet 400.000 euro schadevergoeding betalen aan slachtoffers van gifgasaanvallen in Irak en Iran in de jaren 80. De rechter bepaalde dat zestien slachtoffers ieder 25.000 euro krijgen.

In de jaren 80 verkocht Van Anraat een grondstof voor mosterdgas aan het regime van de Iraakse president Saddam Hussein. Dat gas werd ingezet tijdens bombardementen op steden in Irak en Iran. De slachtoffers raakten bij die aanvallen gewond.

Het enige slachtoffer dat in de rechtbank aanwezig was, Rebas Kadir, is blij met de uitspraak. Hij zegt tegen persbureaus: "Het was voor ons heel belangrijk dat duidelijk is gemaakt dat dit soort dingen niet kunnen en mogen gebeuren."

Oorlogsmisdaden

In maart 1988 was Kadir 4 jaar oud toen hij de beruchte gifgasaanval in de stad Halabja, in het noorden van Irak, overleefde. Meer dan 5000 Koerden kwamen daarbij om het leven, onder wie zijn ouders, broer en zus. Zijn longen zijn daarbij onherstelbaar beschadigd.

Van Anraat zit momenteel celstraf van 17 jaar uit. In 2007 werd hij in hoger beroep veroordeeld voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden. In november bepaalde het gerechtshof dat Van Anraat ruim een half miljoen euro moet betalen aan de Staat. Dat geld verdiende hij met de verkoop van de grondstof.

De schadevergoeding van één slachtoffer werd afgewezen, omdat die zaak is verjaard. Van Anraat heeft drie maanden om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak.