"Meer doen aan huizenprijzen"

Gemeenten en Rijk hebben laks gereageerd op de uit de hand gelopen situatie op de woningmarkt. De overheid moet meer doen aan een stabiele ontwikkeling van de huizenprijzen. Dat concludeert een Tweede Kamercommissie onder voorzitterschap van D66-Kamerlid Verhoeven.

Als de prijzen te sterk stijgen, moet de overheid bijvoorbeeld de mogelijkheden kunnen beperken om geld voor een huis te lenen. Ook moet er kunnen worden ingegrepen als er te weinig wordt gebouwd.

'Uniek'

De commissie heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de huizenprijzen in de afgelopen twintig jaar. Volgens de commissie zijn tussen 1995 en 2008 de prijzen met 250 procent gestegen en heeft vooral de toenemende vraag de prijs opgedreven.

De vraag nam extra toe doordat er ruime mogelijkheden waren om te lenen bij banken. Volgens de commissie had de overheid daar meer tegen kunnen doen. Er waren mensen die zeven keer hun inkomen en 120 procent van de waarde van hun huis konden lenen. De forse prijsdaling daarna toont aan dat sprake was van een zeepbel, aldus de commissie.

Verhoeven noemt het uniek voor Nederland en onlogisch dat juist in de periode van de grootste prijsstijgingen en toenemende vraag er minder woningen werden gebouwd. Dat is anders dan in andere landen.

Strengere regels

Volgens de commissie bouwden gemeenten bewust weinig woningen en waren ze vooral geïnteresseerd in geld verdienen. Om herhaling te voorkomen, pleit Verhoeven voor strengere regels tegen grondspeculatie.

De commissie zegt dat de geringe bouw ertoe heeft geleid dat de wensen van veel aspirant-huizenkopers niet konden worden vervuld. Vooral starters met lage inkomens konden moeilijk een huis kopen.

Doorstroming

Verder concludeert de commissie dat de afstand tussen huur en koop steeds groter werd en dat het voor huurders met een stijgend inkomen steeds moeilijker is om tegen vergelijkbare lasten een koophuis te vinden.

Verhoeven pleit ook voor een meer genuanceerde benadering van de bevordering van het eigen-woningbezit door de overheid. "Het doel moet zijn om in in plaats van bezit gebruik en doorstroming te bevorderen in huur en koop."