Onderzoek H7N9 reizigers China
Nederlandse patiënten met een longontsteking die recent in het oosten van China zijn geweest, moeten onderzocht worden op het nieuwe griepvirus H7N9. Dat is daar afgelopen februari voor het eerst opgedoken.
Artsen moeten alle patiënten met longontsteking die de symptomen daarvan hebben gekregen binnen tien dagen na verblijf in het oosten van China testen op H7N9. Tegelijk moeten zij een melding doen bij de GGD. Influenza van dierlijke oorsprong is voor artsen een meldingsplichtige ziekte.
Doden
Intussen zijn er volgens de Wereldgezondheidsorganisatie in China elf mensen besmet geraakt met het virus van wie er vijf zijn overleden. Ruim 400 mensen die in (nauw) contact hebben gestaan met de elf bevestigde patiënten worden scherp in de gaten gehouden door de Chinese gezondheidsautoriteiten. Vooralsnog vertoont geen van hen besmettingsverschijnselen.
Volgens de WHO is het onwaarschijnlijk dat het virus van mens op mens over kan gaan. Het is nog niet zeker dat H7N9 een vogelgriepvirus is. Het zou ook bij varkens vandaan kunnen komen. Wel hebben verschillende patiënten contact gehad met pluimvee.
Europa
De kans dat het H7N9 virus zich ook in Europa zal verspreiden is volgens het European Center for Disease Prevention and Control (ECDC) laag. Patiënten die onder verdenking staan van besmetting met H7N9 moeten in druppelisolatie verpleegd worden. Dat is een vorm van isolatie waarbij verspreiding van een virus of bacterie via hoesten of niezen wordt tegengaan.