We wonen dicht bij opa en oma

Opmerkelijk veel Nederlanders wonen in dezelfde streek als hun ouders, grootouders en zelfs overgrootouders. "We zijn al generaties lang zeer gehecht aan onze geboortestreek en verhuizen over relatief kleine afstanden", zegt onderzoeker Gerrit Bloothooft van het Meertens Instituut.

"Je ziet het bijvoorbeeld aan de afstand waarop kinderen van hun opa en oma wonen. Zolang ze nog thuis zijn, is dat gemiddeld 22 kilometer. Als ze zelf een gezin stichten wonen ze gemiddeld 35 kilometer van hun grootouders."

Dialect

Bloothooft bracht voor het Meertens Instituut de geboorte- en woonplaatsen in kaart van vier generaties, waarmee hij terugging naar het einde van de negentiende eeuw. Hij gebruikte daarvoor gegevens van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).

In Noord-Holland woont ruim 40 procent van de bevolking in dezelfde provincie als hun overgrootouders. In Zeeland is dat bijna 60 procent en in Friesland 70 procent.

Nog groter is de honkvastheid in Zuid-Limburg. Van de inwoners die er begin vorige eeuw leefden, woont nog altijd 72 procent van de achterkleinkinderen in die streek.

"We voelen een sterke binding met de cultuur en het dialect van onze geboorteplaats. Ook zijn we gehecht aan familie en sociale netwerken", zegt Bloothooft.

Dankbaar

De neiging om op onze geboortegrond te blijven, is vooral groot in streken met een sterke eigen identiteit. In het bijzonder zie je dat in streng protestantse plaatsen als Staphorst en Spakenburg. "Daar gaan weinig mensen vandaan. Omgekeerd komen er door het gesloten karakter van die gemeenschappen niet snel nieuwe mensen binnen."

Het onderzoek geeft geen antwoord op de vraag of we nu dankzij de grotere mobiliteit vaker onze geboortestreek verlaten dan vroeger. "Wat we wel weten is dat er in het begin van de vorige eeuw een sterke trek van het platteland naar de steden was. Sinds de jaren zestig zie je het omgekeerde en verhuizen stadsbewoners naar voorsteden."

Een opvallend sterke verhuisbeweging heeft zich voorgedaan tussen Amsterdam en Almere, zegt Bloothooft. In de Flevolandse stad wonen procentueel meer geboren Amsterdammers dan in de hoofdstad zelf. "Minister Plasterk heeft dat feit dankbaar aangegrepen om zijn plannen voor samenvoeging van Utrecht, Noord-Holland en Flevoland te verdedigen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl