VS wist van martelcentra in Irak
Het Pentagon had tijdens de Irakoorlog twee hoge Amerikaanse militairen in Irak die op de hoogte waren van martelingen in geheime gevangenissen van de Iraakse politie. Dat meldt The Guardian op basis van eigen onderzoek in samenwerking met BBC Arabic.
Het is de eerste keer dat hoge Amerikaanse legerfunctionarissen in verband worden gebracht met de mensenrechtenschendingen door deze paramilitaire groepen in Irak, schrijft de Britse krant.
Petraeus
De toenmalige Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld stuurde volgens de krant kolonel James Steele naar Irak. Hij hielp paramilitaire groepen die een opstand van soennieten, aanhangers van Saddam Hussein, in de kiem moesten smoren. In de milities zaten voornamelijk sjiieten. Steele stond gedurende zijn periode in Irak in direct contact met Rumsfeld.
Een tweede hoge militair, de gepensioneerde kolonel James Coffman, werkte samen met Steele. Hij rapporteerde aan generaal Petraeus, die op dat moment de hoogste Amerikaanse militair was in Irak. De VS stelde miljoenen dollars beschikbaar om cellencomplexen in Irak op te zetten.
Geen bewijs
Volgens The Guardian is er geen bewijs dat de twee Amerikaanse militairen zelf hebben deelgenomen aan de martelingen. Ze waren soms wel aanwezig in detentiecentra terwijl daar martelingen plaatsvonden.
Steele en Coffman wilden niet reageren, schrijft de krant. Een woordvoerder van Petraeus zegt dat die tijdens zijn verblijf in Irak op de hoogte was van beschuldigingen over het martelen van gevangenen. Die heeft de generaal telkens direct gemeld aan de top van Defensie in de VS, de Amerikaanse ambassadeur en de Iraakse regering.